Woensdag 8 november. De voorspellingen zijn eenduidig en goed!
Tijd om Aruba, als laatste van de ABC-eilanden achter ons te laten voor de
Amerikaanse toeristen die niet veel anders weten te doen dan de shopping
mall af te grazen op luxe artikelen, voorkantje-achterkantje laten bakken
in de veel te felle zon voor hun witte huidjes en zich laten rond racen door
local guides langs de paar mooie spots die Aruba rijk is. De Amerikanen
zorgen ervoor dat de prijzen onaangenaam hoog zijn en er nog weinig authentieks
aan is. De prijzen zijn de hoogste van de ABC-eilanden en niet alleen van de
luxe artikelen. We hebben echter een paar prima dagen gehad op deze stepping
stone naar… Zuid Amerika! Colombia….here we come!
Maar eerst
even uitklaren.
Uitklaren…
eenvoudig op Aruba én kosteloos!
Tegen 10.00 uur gaat ons anker omhoog en draaien we richting
de cruiseschepen om de papieren in orde te krijgen. De douane is weer makkelijk
en vriendelijk en niet veel later zijn we los van de kade en gaat de punt van
Zahree richting Colombia. We hebben 140 mijl voor de boeg en dat betekent dus
een nachtje doorvaren. Met de Agaath, K’dans en Zahree doen we deze oversteek
gezamenlijk. De snelheid van de schepen ligt nogal ver uit elkaar. Wij hebben
natuurlijk een flinke wind nodig om iets in de melk te brokkelen te hebben. De
K’dans doet het goed met veel én weinig wind en de Agaath ook…ware het niet dat
allerlei leven hangend onder hun onderwaterschip zorgt voor ernstige vertraging.
Het is niet anders… in Cartagena moet een flinke afspuit-beurt en een nieuwe
laag antifouling daarvoor de oplossing brengen. Maar daar zijn we nog even niet!
Eerst naar Cabo de la Vela, betekenis: de Kaap van het Zeil. Het verhaal gaat
dat een zeeman dacht een zeilschip aan de horizon te zien… het bleek deze kaap
te zijn! We hebben een lekkere noord-oostenwind. Dat betekent dat de wind iets
over stuurboord binnen komt, dus grootzeil en genua hebben we over stuurboord en
de voorste stagfok over bakboord. Omdat deze fok van zichzelf al op een boom
staat kan hij met een bulletalie (een lijn die er voor zorgt dat de boom niet
plotseling kan overklappen) iets ‘in de wind’ gehouden worden. De fok valt dan
niet in de ‘windschaduw’ van het grootzeil en kan dus meer duw geven aan Zahree.
Dit noem je ‘te loevert’ zetten. Voorheen zetten we altijd de genua op een
speciale hele grote boom te loevert. Maar we hebben nu geen windmeter om ons te
laten zien dat de wind gaat draaien. Vooral ‘s nachts vinden we dat met die
grote boom een beetje een risico. Komt de wind ineens van een hele andere kant
dan komen op die boom met die enorme lap zeil hele grote krachten te staan.
Kan vervelend aflopen als je dat niet op tijd in de gaten
hebt. Voorlopig zijn we blij met deze nieuwe zeilvoering. Een flinke deining
maakt dat ik weer een beetje katterig ben. De hengel gaat weer uit en niet veel
later….bzzzzzzzz…. beet! Een flinke mahi mahi. In gedachten ligt hij al op ons
bord. Maar helaas…. net voordat Herbert hem in de kuip kan tillen weet hij te
ontsnappen. Een gescheurde lip zal hij er wel aan over gehouden hebben. En wij
zijn een illusie armer. Volgende keer toch maar weer de gaf gebruiken. Een
flinke tijd later is het weer raak. Deze ontsnapt ons niet. Een tonijntje deze
keer. De ziel is geen vechtersbaas en laat zich zo de kop afsnijden. Verder
vangen we niks.
Tegen de avond zien we in de verte de eilandjes Monjes del
Norte liggen. Deze eilandjes behoren tot Venezuela. Een tweetal militairen houdt
er lekker zinloos de wacht. In het verleden brachten zeilers er wel de nacht
door maar het schijnt dat men de laatste tijd norse reacties krijgt en
weggestuurd wordt dus laten we ze maar links liggen (letterlijk). De zee blijft
vervelend knobbelig en gaandeweg zakt de wind eruit. De motor moet de hele nacht
aan.
Donderdag 9 november. In de vroege
ochtenduren doet Herbert dapper nog een poging tot zeilen en dobbert zo’n 4
mijltjes in 3 uur terwijl hij met de hand stuurt. Deze snelheden houdt de
stuurautomaat helemaal niet van en ik ook niet…. laat die DAF het werk maar
doen! Én de stuurautomaat! Het moet natuurlijk niet op WERK gaan lijken!
Rond
11 uur ronden we de kaap en opent zich de baai voor ons. Er ligt al een
zeilboot, een Canadees schip. Plons… anker er in. Even trekken en Zahree ligt.
We zijn er…. ongelofelijk…. COLOMBIA!!!!
Cabo de la Vela en
het dorpje Kayuusipaa.
De K’dans en de Agaath doen bijna alles op zeil en hebben
nog een paar uurtjes werk. We hebben wel gehoord dat de Agaath ook een lekker
visje heeft gevangen. We maken plannen om sushimi te maken. Maar eerst even een
uurtje zzzzzzzz……
De schipper is ook
even ‘onder zeil’.
Na de K’dans komt de
Agaath ook de ankerplaats op. Geweldig! We zijn er nu allemaal! Lekker opfrissen
en achter in de middag verzamelen we op Zahree voor een vorstelijke vismaaltijd.
Als we gedacht hadden dat lekker aan dek te kunnen doen… een geweldige
onweersbui met regen gooit roet in het eten. We vluchten het vochtige en
broeierige dekhuis in. Pffffff… al die warme lijven maken het er niet beter op
natuurlijk hahahahaaaa! Maar gezellig dat we het hebben! Herbert en Donatien
doen het betere fileerwerk. Ik maak op Oosterse wijze het sausje. De Agaath
huist nog een tubetje lekkere scherpe wasabi pasta. Lekkerrrrrrr!
Biertje…wijntje… wie klaagt er? NIEMAND!
‘Mama’ Tineke
voert de manschappen sushimi. Mmmmmmm!
Er wordt verdacht
hevig gegaapt en tussen twee buien met donder en bliksem in scheurt Herbert de
Agaathjes naar hun boot en is iedereen weer veilig en al snel liggen we plat.
Moe als hondjes!
Vrijdag 10 november worden we in de vroege ochtend
gepraaid door diverse kano’s met vissertjes en hun zoontjes die ons vis willen
verkopen. Nog even niet hoor! Op deze dag splitsen de bemanningen zich op.
Gerard, Donatien en Herbert wagen zich aan een stevige wandeling. De rest gaat
het dorpje Kayuusipaa verkennen. Het dorpje wordt bewoond door Wayuu, indianen
die daar al eeuwen wonen. Ze zijn erg gastvrij en vriendelijk. Totaal niet
opdringerig. De vrouwen weven prachtige tassen en hangmatten. Je kunt er nog
niet altijd terecht met dollars maar wel steeds vaker. Gelukkig want we hebben
nog geen peso’s. We kijken rond in het dorpje waar de inwoners nog op heel
simpele manier leven. Heerlijk die rust en die eenvoud na de drukte van de
‘Nederlandse’ Carieb!
Kayuusipaa.
Eenvoudig en simpel
leven!
Maar wél gescheiden
afval-inzameling!
Ondertussen zit de wandelclub ook niet
stil!
Op weg naar El
Faro.
Zoetwaterbron Ojo
del Agua, vlak aan zee.
Een
roofvogel…groot! Welke? Een imponerende kust!
Het
Suikerbergje.
De wandelploeg maakt op het strand kennis
met Luis en zijn familie uit Medellin. Ze logeren daar in een mooi gasthuis
Pantu en de afspraak wordt gemaakt elkaar daar ‘s avonds te treffen voor het
diner! Dat was heel erg leuk! We eten lekkere vis, heerlijke kokosrijst.
Opvallend is het totaal ontbreken van groente. Dat zal lastig zijn om aan te
komen daar. Van een leuk Venezolaans stel kopen we gezamenlijk een kilo
heerlijke geitenkaas. In hun eigen land is de economie een regelrechte ellende
dus verkopen ze hun producten liever in Colombia
We spreken met Luis en
familie af dat als we in Medellin zijn we contact zullen opnemen!
Eten met Luis en
familie in gasthuis Pantu.
In Pantu kunnen
we ook wat dollars wisselen voor peso’s. Een heel gereken. Je hebt hier zo een
tonnetje of wat. Formule: 3 nullen eraf en delen door 3…dan heb je de dollar.
Dus een ton peso’s is uh….jammer…maar 33 dollar! Hahahaaaa!
Zaterdag 11
november verleggen we de boten voor het dorpje Buenavista ofwel El Cabo, iets
dieper de baai in. Hier gaat het er al iets meer werelds aan toe. Je moet
betalen voor oppassers voor je dinghy (let op: afdingen want ze vragen
belachelijke prijzen!). De tasjesverkoopsters zijn gehaaider en afdingen vereist
meer doorzettingsvermogen. Maar de biertjes worden in water met ijsblokjes
heerlijk koel gehouden. Bij de kite-school kun je achter in de
middag prima ‘rondhangen’ en de kunsten van de kite-dudes
bewonderen.
Buenavista.
De kite-dudes.
Koele biertjes.
Melle wordt door Herbert
ingegraven.
Yeah! Een tasje…na zware
onderhandelingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten