Op dit moment liggen we achter en tussen drie piepkleine eilandjes, de Islas Sisargas en hebben het enorm naar ons zin hier. Dat de swell die toch nog om de eilandjes piept Zahree laat deinen en de kraamkamer van een enorme kolonie zeemeeuwen onafgebroken het hoogste woord voert is bijzaak.
Maar wat ging vooraf? Het laatste blog sloot ik af met dat we naar Cedeira zouden tuffen met de bijboot. Dat was de 27ste juli des ochtends.
De baai van Cedeira
Cedeira heeft een mooi strand.
Doodse stilte in Cedeira maar wel prima wifi voor de bibliotheek.
Cedeira: de baai richting de ankerplaats.
Eb in de baai van Cedeira. Ons bijbootje ligt voorlopig hoog en droog.
Cedeira is door ons doorkruist op een onmogelijk tijdstip. De siësta zorgt ervoor dat je een vreemd beeld van zo’n stadje krijgt. Waar is iedereen? Wat een doodse stilte op straat. Tot je langs de restaurantjes wandelt en ziet dat alle inwoners hun belangrijkste maaltijd van de dag hebben. Werken en geld verdienen tussen en 13 en 17 uur? Nergens voor nodig. Het leven met elkaar genieten onder genot van drank en spijs! Dat is voor ons nog een beetje wennen. Wij eten tussen de middag onze boterhammen en gaan dan eens met de boodschappentas op weg. En vinden dan de bakker en slager gesloten. Wekomen wél de openbare biep tegen, een onooglijk pleintje waar we, net als wat jeugdige inwoners van Cedeira, een stevig wifi-signaal oppikken. Even de digitale behoeften vervullen! De familie Whatsapp ontploft weer met een paar honderd berichten. Zo…wij zijn ook weer helemaal bij!
Als wij denken in de namiddag eindelijk te kunnen aansluiten voor een hapje gaat nét alles weer dicht. Hebben wij weer! We vinden gelukkig nog een tentje met lekkere tapas en een koele bier.
Het plan om vanavond uit eten te gaan laten we maar varen. De tapas waren dusdanig veel en vet dat we denken in nog geen week trek te krijgen.
De dag erop, de 28ste juli is onze middelste spruit Rutger jarig. Feliciteren doen we via de satelliet telefoon. Het wordt een digitale knuffel dit jaar.
Daarna gaan we aan de klus om de mast wat meer naar voren te zetten.
Te weinig ruimte voor de mast in de doorvoer van het dak van het dekhuis.
Helaas…werk aan de winkel. Herbert moet weer naar boven.
We zijn onaangenaam verrast als blijkt dat de twee stagen tussen de twee masten, de triatic en het mussenstag helemaal bovenin, niet tot nauwelijks ruimte hebben om ingedraaid en zo ingekort te worden. Die hadden we speciaal korter laten maken dat dat wél zou kunnen, indien nodig. We zullen de tuiger moeten mailen om te vragen hoe dat zit. Nu kunnen we de bovenkant van de hoofdmast onvoldoende mee naar voren laten komen en zit er wat buiging daar, naar achteren. Het moet maar even zo. Die enorme knallen van de wrijving bij de mastdoorvoer door het dek kan écht niet meer!
’s Middags gaan we weer naar de wal en maken we een stevige wandeling aan de oostkant van Cedeira. Fiks omhoog in de hitte van de middag. Nog zo gek niet…die siësta-gewoonte!
Achteraf bleek dat we nét voor de kapel van San Antonio, die een bezoekje waard zou zijn, zijn afgebogen. Jammerrrr…beetje beter voorbereiden in het vervolg!
Beneden strekken we ons uit in de zon op het strand te midden van de massaal na de siësta uitgelopen Cedeirezen. Dat maakt dorstig!
Gauw naar een terrasje en zo komt het dat we met al een flinke slok op bij een veel belovend restaurantje zitten…nu keurig op tijd voor de cena (geloof ik). Mwah…matig…deels uit blik of pot en duur! Beetje een teleurstelling.
Zij wijst naar de oceaan…morgen gaan wij weer verder richting A Coruña.
29 juli zeilden we met een aantrekkende dikke windkracht 4 tot 5 Bft recht van achteren, naar A Coruña. Wat preciezer…naar de baai van Mera, tegenover A Coruña waar we voor anker wilden.
We gingen hard zat maar het was weer goed vasthouden. Niet echt fijn met een swell die niet goed weet of ie nu van de zijkant of van de achterkant onder Zahree moet doorrollen.
Op weg naar A Coruna… wind van achteren. Rollen maarrrrr!!!
Na Cabo Prioriño Chico (rechts) wordt het iets beter.
Waren wij even blij dat we er waren, laat in de middag!
’s Avonds zijn we met de bijboot naar de kant getuft. Goed uitkijken daar, voor een rots midden in de baai, net onder het wateroppervlak die men, om het spannend te houden, niet gemarkeerd heeft met enig boeitje.
De baai van Mera.
De ankerplaats van Mera.
Mera is een echt vakantieoord voor strandgenieters. Het plankieren pad langs het strand is top voor een avondwandeling en je hebt er leuke tenten met lekkere witte wijn en dito wifi. Maar oooo wat een pech… het in de onvolprezen pilot Atlantic Spain and Portugal van Henry Buchanan beloofde veertje naar A Coruña….is weg! Weg? Ja weg…wegbezuinigd misschien? Gelukkig kan de eigenaar van weer zo’n zalig terrasje ons in perfect Frans (mijn Spaans is uuuuuh…niet toereikend…) waar en wanneer de bus rijdt! Top! Die doen we morgen!
Zaterdag 30 juli gaan we in de ochtend naar A Coruña. De bus doet er ongeveer drie kwartier over tot het busstation en kost maar weinig. Daarna is het nog wel een flinke tippel naar het centrum. En wie komen we onderweg tegen….?
Hé John…wat doe jij hier nou?
De boulevard heeft een wat grote en onpersoonlijke maat vind ik. We bekijken de jachthavens en zien dat de jachten daar ook flink liggen te deinen. In Mera ankeren was een goed idee.
Op weg naar het centrum van A Coruña en de ongezellige boulevard.
We bezoeken het fort San Anton. Dat nog tot de helft van de vorige eeuw als gevangenis dienst deed.
De huid van dit scheepje is bekleed met leer. Waterdicht?
De ‘badkamer’ van het kasteel.
Uitzicht vanaf het kasteel op één van de twee jachthavens.
Via een stadstuin San Carlos die enorm naar hondenpoep stinkt, komen we boven in de oude stad. Ook hier valt de doodsheid weer op.
Het leven speelt zich beneden af waar de tavernes en de restaurantjes zijn, om de Plaza Maria Pita.
Palacio Municipal en tapas in Calle de Galera.
Wat wiebelig op de poten van de wijn en eigenlijk zouden we een siësta moeten houden…op zijn Spaans...maar ja…wij moeten doorrrrrr! Met de bus gaan we naar de Torre de Hercules, de oudste nog werkende vuurtoren van heel Europa, wat zeg ik…. de hele wereld…schijnt… Ik kijk er erg naar uit. Een klim naar ruim 60 meter. (NOT! Maar toch volbracht..nu jullie weer!)
De Torre de Hercules.
De oude fundamenten en de trap naar boven…écht zin in! NOT!
Boven waaien we de Torre bijna af. Herbert houdt sowieso gepaste afstand van de rand. Hij heeft het niet zo op balustrades en peilloze diepte. Je hebt er een prachtig uitzicht over de baai en A Coruña.
Ik tel zo’n 250 treden naar beneden. Genoeg geklommen voor vandaag!
De schipperse ‘zeilt’ op de windroos zuidwaarts.
We wandelen aan de noordzijde van de Torre weer naar de bus die ons in de buurt van het busstation brengt. Om half 8 zijn we weer aan boord. Of de tapas in mijn maag het gewiebel niet leuk vinden op de ankerplaats weet ik niet; misselijkheid noopt mij tot het nemen van allerhande tabletten en ik lig er vroeg in. De schip slaapt voor de zekerheid in een kooi voorin.
31 juli alweer! De laatste dag van deze maand. Eigenlijk zijn we nog niet eens een maand op pad, realiseer ik me. En toch al zo zuidelijk gekomen.
Weinig uitdaging aan het zeilen, tijd om te lezen.
We zeilen van A Coruña met voor Zahree helaas weer iets te weinig wind richting Corme, langs de beruchte Costa del Morte.
De kust draagt deze naam omdat er heel wat schepen vergaan zijn. Overal zijn verraderlijke ondiepten. Tegenwoordig is navigatie met de elektronische plotter een fluitje van een cent maar er gaan verhalen dat in vroegere tijden lieden met slechte bedoelingen lichtjes en vuren op de wal ontstaken en zo de bemanningen van schepen misleidden en de schepen strandden. Ze werden dan van hun kostbare ladingen beroofd natuurlijk. Daar is nooit enig bewijs voor gevonden. Wél van heroïsche pogingen om bemanningen te redden. Maar feit is dat er enorm veel wrakken zijn langs deze grillige kust.
Onderweg krijgen we nog heel kort bezoek van wat dolfijnen maar ze vinden ons tempo duidelijk niet uitdagend genoeg en gaan weer door.
Dolfijnen raken verveeld van Zahree.
We veranderen onze bestemming Corme vanwege gebrekkige voortgang in de ankerplaats bij Islas Sisargas. Vanwege het rustige weer kunnen we de nauwe vaarweg nemen van 400 m breed, beslist af te raden als er een frisse bries waait.
Nadering van Islas Sisargas.
Drie piepkleine eilandjes waar er één iets minder piep is en dus Grande heet, vormen met elkaar een perfecte plek waar je prachtig voor anker ligt en een leuke wandeling omhoog naar de vuurtoren kunt maken.
Zahree voor anker bij Islas Sisargas.
Met een beetje geluk kom je boven zonder een aanval te moeten afweren van een wat over-beschermende zeemeeuw-ouder.
Over-beschermende zeemeeuw ouders.
De eilanden zijn een vogelreservaat en de vogels weten gewoon dat we er niks te zoeken hebben. En een lawaai dat ze maken met elkaar. Dat wordt oordoppen in ‘s nachts. Als we weer naar beneden lopen loopt een zeemeeuw-jong moederziel alleen voor ons uit. De arme ziel…hij kan nog niet vliegen. We doen je echt niks, joh!
Rustog maar….we doen je niks!
En nu…weer naar boord.
We hebben er een iets wiebelige maar prima avond en nacht.
Maandag 1 augustus is het weer even stress bij de Zahreetjes… de voorste tank is tjokvol en een niet zo frisse (understatement!) geur verspreidt zich door de kajuit. Hoe kan dat nu? Pas onlangs geleegd op open zee…iets niet goed met de pomp…leidingen verstopt? Tot overmaat van ramp loopt de generator ook nog warm. Koelwater aanvullen….Herbert moet weer echt aan de bak. Uiteindelijk blijkt het een vastzittende terugslagklep te zijn en met een zucht van verlichting zie ik bij poging nummer zoveel een kleur water verschijnen die…laten we zeggen…een duik in het water op dat moment, bepaald onaantrekkelijk maakt….
We kunnen op pad. Eventjes zijn we in de veronderstelling dat het lekker waait, maar zoals we vaker gemerkt hebben is dat plaatselijk, in de buurt van eilanden of kapen. De wind kakt weer in tot een knoopje of 10 en dat is net te weinig. Alle zeilvoeringen hebben we uitgeprobeerd. Met ruime wind blijken we prima te kunnen zeilen met de parasailor flink naast de boot, grootzeil en topzeil. Goed om te weten voor de oversteek van de Atlantische Oceaan in december!
De parasailor behoorlijk naast Zahree gaat ook heel goed.
De swell is nu bijna verdwenen en met een slakkengangetje van 4 knoopjes gaan we de baai van Corme voorbij en mikken op Camariñas. Oké…het wordt een latertje….iedereen zeilt ons overigens voorbij…maar we komen er vanzelf….no stress! Er worden andere glimmertjes en haakjes geprobeerd maar de vissen willen niet bijten. Jammer!
Als we de baai van Camariñas indraaien moeten we gijpen en vliegt een van de schoten van de parasailor er vandoor. Nu moet mijn dappere schipper ook nog de boegspriet op om hem weer door het blok te scheren.
Ik kook onderweg, dat gaat prima, nu er nauwelijks deining is en Zahree praktisch horizontaal ligt.
De baai van Camariñas en het stadje achter de pier.
Het laatste stuk gaat het ineens zo stevig waaien dat we er ineens met 7 knopen vandoor racen. Dan zijn we er zo en hebben nog even moeite om de parasailor naar beneden te krijgen.
Om half 9 plonst ons anker erin. Onderweg hadden we zeiljacht Agaath al een ander jacht horen oproepen op kanaal 16. Grappig…we kennen Bas en Donatien uit Nauerna. Ze liggen nu ook in de baai en zijn met zoontje Melle net als wij, onderweg naar de Kaap Verden om vandaar over te steken naar Suriname. We zijn benieuwd hoe hun het eerste stuk is vergaan, met een peutertje erbij… (blog: mellesmiles.wordpress.com)
Dinsdag 2 augustus. Bas en Donatien met zoontje Melle tuffen even met de bijboot langs om gedag te zeggen. We spreken ze vast later nog wel. Wij gaan naar Camariñas voor boodschappen. Vers brood en kakelverse vis voor vanavond.
Daarna weer naar boord waar Herbert nu bezig is aan de stand van de mast (is nog niet helemaal oké) en ik dit blog schrijf en voorlopig maar weer eens afsluit. Op naar mijn Comfort Seat….in het zonnetje.
Tot gauw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten