Zaterdag 25 maart. De dag dat we zo'n 200 mijl naar het noorden gaan rijden om de vulkaan Mont Pelee van een afstandje te bewonderen. We komen tot de verbijsterende conclusie dat ons Opeltje weigert op de afstandsbediening te reageren. Ook in het contactslot geen reactie. Blijkbaar is de accu overleden of is er ergens een lampje blijven branden. Gelukkig zijn we op tijd voor de ochtendopening van Avis. De aardige jongen achter de desk geeft ons een driedeurs autootje mee die we op het vliegveld weer inwisselen voor een vierdeurs. Onderweg doen we ook nog een uitstekende wijnhandel aan waar we eerder een 5 liter-pak Chardonnay die goed te hachelen bleek, kochten. We kopen er nog 2 bij en hopen maar dat dat genoeg is voor de komende borrels op ons dek…. (nee natuurlijk hihihi!)
Onno loopt verlekkerd rond in de goed gesorteerde wijnwinkel bij Lamentin.
En….verder gaat het weer over de N2, de prima snelweg (soms)/ hoofdweg (meestal) rijden we naar Sint Pierre, de stad die door de vulkaanuitbarsting van 1902 volledig verwoest werd. Ten noorden van Forte de France wordt de weg kleiner van maat en rijden we door een prachtig landschap met regelmatig aantrekkelijke doorkijkjes naar het water en kijken we in ijzingwekkende dieptes.
Onderweg picknick in een bushokje.
Uiteindelijk dalen we weer af naar zeeniveau om in Saint Pierre rechtsaf richting Le Morne-Rouge te klimmen en van daaruit verder omhoog tot zo’n meter of 800 boven zeeniveau. De vulkaan wordt aan het oog onttrokken door wolken en mist.
Ook de uitkijk richting het laagland en de oceaan aan de west- en oostzijde is mistig. Dat is wel een beetje jammer.
We lopen het pad een klein stukje omhoog en zien ver boven ons een paar menselijke klimgeiten die het ervoor over hebben om 2 uur te klimmen om bij de rand van de caldera te komen. Dat is voor ons oudjes niet weggelegd natuurlijk!.
We gaan geen klimgeit spelen vandaag! Morgen ook niet trouwens….
Op ruim 800 meter hoogte is de temperatuur een aangename 23 graden; sommigen onder ons vinden het zelfs een beetje koud! Via dezelfde weg dalen we weer af naar zeeniveau. We bekijken kort Saint Pierre waar de ruïnes van de stadsmuur nog getuigen van de vernietigende vuurbal van 1902.
De enige gevangene die opgesloten zat onder de grond was een zeer gelukkige gevangene…hij overleefde als enige en kreeg amnestie. We leerden dat hooggeplaatste heren al op de hoogte waren dat het rommelde in de bergen maar men wilde geen paniek zaaien want er kwamen verkiezingen aan. De schuldigen konden naderhand niet meer gestraft worden. Iedereen bleek overleden. Er vielen ruim 28.000 doden; de gehele bevolking op die dramatische dag aanwezig in Saint Pierre – 1!
In 1929 was er nogmaals een uitbarsting maar deze bleef zonder slachtoffers gelukkig.
Saint Pierre met in de verte de Mont Pelee; nu zonder bewolking!
Daarna vinden we na enig gezoek het gereserveerde Hoteliere de l’Anse in het plaatsje Le Carbet. Bij de hoteldesk is niemand maar een behulpzame kok van het restaurant vraagt zijn vrouw de manager te bellen. Die komt met een zuur en vijandig gezicht aanlopen. Al snel weten we waarom. Het hotel blijkt vol en een bladzijde in een beduimeld ouderwets kasboek, vol potloodkrabbels moet ons ervan overtuigen dat hij er niks aan kan doen. Hotels.com of Expedia.com zijn de schuldigen…dat zit maar in Amerika en hij heeft met hen niks te maken, murmelt hij… Geen excuses of maar enig blijk van medeleven…geen tips om een ander hotel te proberen. We zijn ook niet de eerste gasten die voor niets komen. Een eikel van de bovenste plank, die Olivier. We geloven hem ook niet…we zouden maar een nacht blijven en verdenken hem ervan andere gasten voor een langer verblijf geaccepteerd te hebben. Vandaar die potlood-krabbels (of ben ik nu te achterdochtig?), kun je makkelijk uitgummen. Nou fijne manager, Olivier…dan gaan we maar weer naar de boot in Le Marin. Hele stuk terug rijden en geen glaasje bier en lekker uit eten aan het strand met uitzicht op de ondergaande zon in Le Carbet. Grrrrr. Na anderhalf uur rijden komen we doodmoe aan. Dan maar lekker uit eten in the restaurant Mango Bay met een Nederlandse uitbater. Nou ja lekker…mijn verder prima eend had een mierzoete saus maar je kunt er heel redelijk eten.
Zahree is daarna de plek waar onze vermoeide hoofden de kussens raken en niet dat vermaledijde hotel die een paar lelijke recensies van mij tegemoet kan zien!
Zondag 26 maart begint met de administratieve handelingen om het met PayPal betaalde bedrag voor onze mislukte hotel-avontuur weer terug te zien krijgen en frustraties van me afschrijven op TripAdvisor. Door Onno gehaalde lekkere croissantjes en een eigen subliem ontbijtje met Frans stokbrood zorgt voor een opperbest humeur.
Het is tijd voor een stranddag! We kiezen Anse Figuer, maar enkele kilometers van Le Marin gelegen.
Het is een weekenddag en het is er behoorlijk druk met grote groepen Martiniquezen met rokende bbq’s vol geurige kippenpoten. Men neemt tafels, stoelen, grote koelboxen vol bier, rum en sap mee en viert met elkaar het leven.
Een beetje verder op het strand kunnen wij er nog makkelijk bij. Het water is er redelijk rustig en een plekje in de halfschaduw zorgt voor een paar uurtjes puur bounty-gevoel en strandgenot. Daarna doen we een uitgebreide lunch in een leuke, rommelige eettent.
Marianne heeft geen honger maar een ijsje gaat er wel in.
‘s Avonds volstaat een borrel met toastjes op een langzaam afkoelend dek van Zahree.
Maandag 27 maart gaan we naar Jardin de Balata. In 1982 begon Jean-Philippe Thoze vanuit het prachtige Creoolse huis van wijlen zijn grootouders deze prachtige landschapstuin. Veel verschillende palmen, papagaaientongen, lobelia’s, hibiscus en andere rode, witte, gele en roze bloemen, een waar paradijs voor kolibries en andere vogeltjes. Dear-devils wagen zich op de wiebelende houten loopbrug gebouwd op 15m hoogte boven het comfortabele cementen pad.
Je hebt er een prachtig uitzicht richting Forte de France en de oceaan. Oké…één puntje van kritiek…de tuin is mij iets te gecultiveerd…ik houd meer van een georganiseerde wildernis…hier vind je de planten in wat kunstmatig aandoende groepen. Het is hoe dan ook een oase van rust en frisse lucht, ook vanwege de ligging op een hoogte van enkele honderden meters boven zeeniveau.
Het prachtige Creoolse landhuis.
Kolibries snoepen van de lokflesjes.
Bloemen en planten die je bij ons in de vensterbank aantreft.
Het glooiende landschap geeft de tuin een bijzondere kwaliteit mee.
Ik neem een foto waar zussie ook een foto van maakt…
Dear-devil Onno…
Een prachtig gekleurde vogel.
Van deze palmensoort staan er na de laatste orkaan nog maar drie van in de tuin.
’Voedertechniek’ van de kolibrie.
Daarna rijden we naar Forte de France. Even verkennen van de mogelijkheden voor Marianne en Onno om daar volgende week maandag af te stappen en taxi-vervoer naar het vliegveld. Beide zaken zien er rooskleurig uit.
Voor het fort zien we de Freya en Agaath voor anker liggen.
Agaath en Freya liggen voor het fort voor anker.
De kade voor het Fort in Forte de France.
Een SMS sturen helpt niet om contact met ze te maken. Dan maar een biertje drinken en plots zie ik Donatien met Melle bij de schommel. Geinige verrassing!
’Waar kom jij nou ineens vandaan?’
De Freyaatjes komen ook al aanlopen met Coen. De Agaathjes hebben een goede aanbieding voor een nieuwe fok vanaf Sint Maarten.
Bas is al even verbaasd!
Dat is goed nieuws maar er is weer een volgend klein ‘disaster’… het bijbootje van Agaathjes lag niet goed vast en bij het achterna duiken van de vrij essentiële accessoire gaat Bas zijn dure Rayban zonnebril te water…Zou Donatien hem nog hebben kunnen opduiken? Dat weten we nog niet. We nemen afscheid en hopen ze verder in de week of volgende week weer te zien. De Freyaatjes zullen dan wel al richting het noorden zijn. Over enkele weken al gaat hun boot op transport vanaf Saint Thomas en vliegen ze naar Nederland. Werk aan de winkel….letterlijk! Wij zwaaien gedag en gaan weer richting de Zahree in Le Marin. Het bekende recept: lekker borrelen aan dek én een maaltijd die steevast zeker zo lekker is als die in de restaurants van Martinique.
Dinsdag 28 maart. We gaan naar de uitstekend gesorteerde winkel met visspullen. We hebben er genoeg roze inktvis-lures gekocht voor heel wat aanbeten van enorme tonijnen en mahi mahi’s en elastiekjes voor drie zonnebrillen. We zijn gisteren even wakker geworden door Bas z’n verlies van zijn geliefde Rayban.
Daarna is het weer tijd voor een stranddag bij Sainte Luce. Hier treffen we een zeer rustig baaitje met heerlijke schaduw onder de bomen.
Daarna eten bij Baraque Obama, een beroemde tent op Martinique. Mwah! Misschien omdat ze bijna gingen sluiten maar mijn kip is zo droog en verbrand dat ik hem laat weghalen. Ik krijg een nieuwe die maar ietsje beter is. Laat maar verder…
‘s Avonds alweer lekker borrel met toastje aan dek. Het is een zeer zwoele avond.
Woensdag 29 maart doen Herbert en ik ‘s ochtends de laatste boodschappen bij de aantrekkelijke geprijsde Leaderprice. Hebben we genoeg wijn? We halen nog wat verse spullen, groenten, fruit en vlees. We rekenen erop dat de vis straks gevangen wordt!
Herbert levert de auto in bij de Avis-desk in het havenkantoor. We tanken de watertanks vol, draaien nog een laatste was nu we nog walstroom hebben en dan gaan we Douglas betalen voor de ligplaats. De rekening valt door alle extra’s die nog in rekening gebracht worden, onaangenaam hoog uit. Dan varen we uit. Dag Le Marin…de ankerplaats en de ligplaats aan ponton 4 zijn erg goed bevallen; vooral voor Marianne. Ze kon met de onvolprezen keukentrap makkelijk aan boord, we konden weer eens lekker warm douchen, het was eenvoudig boodschappen doen, en we hadden het fijne autootje onder de kont…we gaan dat missen!
We zeilen alleen op genua en stagfok. Marianne en Onno hebben ook een ‘shift’ sturen!
Dat gaat een tijdje prima maar als er wat meer golven komen is meer voortgang wel fijn en zetten we grote ‘visserman’ zeil erbij. Marianne voelt haar maag protesteren door de golfjes; pilletje erin en plat.
Later zoekt ze het bed op en kan ze gelukkig lekker pitten. Daardoor mist ze helaas de 4 uitermate luie dolfijnen die door ons zelfs ingehaald worden. We varen voor Le Diamant langs, erg mooi.
Herbert bedenkt ineens dat Douglas per ongeluk een dag teveel in rekening heeft gebracht. We bellen…sorry…sorry..sorry …zal terug gestort worden. Het oorspronkelijke plan om te ankeren in Anse Ceron laten we ‘varen’. Er zal zeker teveel swell staan want de wind is nog steeds behoorlijk zuidelijk van oost. We varen dus door naar Petite Anse du Diamant waar we ankeren onder hoge wal van de ‘berg’ Morne Jaqueline. Er wordt druk gevist met netten die vissers in een cirkel uitgooien. Vooraf worden sprietjes suikerriet in het water gegooid. Waartoe dat precies dient weten we niet. Zien ze de vis er naar happen? Trekt de suiker vis aan? Maar de vangst lijkt sowieso wat tegen te vallen.
Er liggen ook veel kooien voor de langouste vangst.
Het waait tijdelijk ‘keihard’ (vindt Onno). We denken dat het een katabatische windje is die van de heuvels rolt. Maar het water is gelukkig glad. Tijdens de borrel vraagt Marianne verontwaardigd waar eigenlijk haar hijsdiploma blijft dat door schipper en –se toegezegd is. Sorryyyyyyy….daar komt ie al! De Open Water-aantekening moet trouwens nog wél gehaald worden, Marianne!
Zussie krijgt haar hijsdiploma voor af- en ophijsen vanaf Zahree.
Later gaat de wind praktisch geheel liggen en ligt een rustige ankeravond in het verschiet mét een prachtige avondlucht!
Marianne en Onno koken pasta. Marianne eet er zelf niet van. Geen trek; nog steeds beetje zeeziek?
Donderdag 30 maart blijven we liggen. Herbert gaat weer eens op pad met de speargun maar helaas…de grote jongens zijn te snel óf het touwtje van de speer zat in de knoop. Weer geen vis….mweh! Ik probeer voor de zoveelste keer de Nederlandse driekleur die achterop onze Zahree wappert, op te kalefateren. De vlag begint aardig uit elkaar te vallen. Carla appen of ze een nieuwe wil meenemen in juni!
Onze nationale driekleur begint uit elkaar te vallen.
In de middag gaat Marianne op voor haar Open Water Hijs Aantekening (hierna te noemen OWHA). Met het hijsstoeltje wordt ze vakkundig, of we nooit iets anders gedaan hebben, in de bijboot geparkeerd. Ondanks dat er een beetje golfjes lopen gaat dit prima. Ze is ook vol vertrouwen en helemaal niet bang. De OWHA is binnen!
Daarna tuffen we gevieren naar het strand en bekijken het gezellige dorpje en drinken wat bij een strandtent waar de bediening Carieb-achtig traag is.
Petite Anse du Diamant.
De terugweg met hijsprocedure verloopt ook weer geheel voorspoedig. Dat gaat dus ook gewoon! Uh….zolang er geen al te hoge golven staan natuurlijk! Er volgt aan boord van Zahree alweer zo’n prachtige avond die we genietend met elkaar doorbrengen. En weer zo’n mooie avondlucht!
Vanaf Petite Anse du Diamant naar zee.
Vrijdag 31 maart is het de geboortedag van ons broertje Gert-Jan, alweer zo lang geleden overleden. Ook tijdens deze reis denk ik erg veel aan hem en hoe hij ook zeker langs zou zijn gekomen en zou hebben genoten van het zeilen hier! Marianne en ik sturen een mail naar onze ouders dat we aan ze denken. Wat een gemis toch!
We zeilen op de genua de 7 mijl naar Anse de l’Ane. Onderweg vieren we de vislijn met onze über-aantrekkelijke roze plastic inktvisje eraan maar weer eens uit. De lijn loopt gierend uit. We hopen nog even…EEN ENORME VIS!!! Wat vangen we? Een Creoolse snelheidsduivel, nog wel met geblondeerd haar, op een waterscooter. Hij scheurde keihard vlak achter Zahree langs en heeft prompt de vislijn om zijn bast. Na hard roepen stopt hij en heeft even werk de lijn af te gooien. Pardonnez moi…pardonnez moi…pardonnez moi! Tous oké? Oui, behalve dat de schipper even bezig is met honderden meters lijn weer in te rollen maar de lure zit er nog aan gelukkig!
Even later vinden we weer een prachtige ankerplek. Niet in het irritant drukke baaitje zelf waar een veerpontje, waterscooters en andere speedbootjes lijken te strijden om de medaille voor meest asociaal vaartuig, maar net ten zuiden van de ondiepte Caye La Chabine waar het water zeer ankerwaardig is.
Nu we weten dat het prima te doen is; met de bijboot naar de kant, gooit Marianne routineus het hijsstoeltje over haar hoofd. Ik spring alvast in de bijboot om haar keurig op de zitplank te manoeuvreren (indien nodig..want eigenlijk doet ze alles zelf!) en houdt Onno haar wat op afstand van Zahree en is het eigenlijk een kwestie van ‘abseilen’. Er is zelfs even tijd voor een foto-sessie! Af en toe zit er een arm of been klem en levert dit weer een prachtige blauwe plek bij haar op…maar oké!
’Abseilen’ richting de bijboot die naast Zahree ligt.
We varen naar het strand en drinken wat in een lekker koele strandtent. Nog even zwemmen en op ons gemakkie weer terug naar Zahree. Het ware Carieb-leven!
Bij de borrel realiseer ik me ineens dat we nog maar twee dagen samen hebben! Dan gaan zussie en zwagertje alweer terug naar Nederland waar gelukkig wel de lente in alle hevigheid is losgebarsten…maar toch! Nederland is niet de Carieb!
Een prachtige wolkenloze zonsondergang valt ons vandaag ten deel.
Zaterdag 1 april. MOPPENDAG!! De Holletjesapp (de familie-app): Olesia heeft de groep verlaten (WAAAAAAT: schoondochter uit de familie-app?)….even later….1 april!!!!! Hahahahaaaa! En hier regent het de hele dag! Je raadt het al: 1 APRIL!!!!! De hele dag het prachtigste weer van de wereld. We hebben een relax dag van op de plaats rust: in de middag lunch op het strand van Anse de l’Ane en zwemmen op een privé strandje hier recht voor de ‘deur’.
Verder lekker lezen, luieren, de traditionele borrel +….
En ik zet me aan het maken van een heus diploma! Die wordt door Herbert even uitgeprint en tijdens de borrel zeer officieel uitgereikt! Zo…dit is GEEN 1 april grap!
Marianne heeft haar Advanced Hijs Diploma gekregen; een plechtig moment hahahaaa!
Wat ook geen 1…uh….2 april grap is; de vlucht van Marianne en Onno is, we denken vanwege de onrust in Frans Guyana, geannuleerd. De zeer vroege ochtendvlucht is een avondvlucht geworden. Geen tussenlanding in Cayenne maar direct door naar Parijs-Orly. Zijn we gezellig nog een hele dag bij elkaar, niet op een voorwereldlijk tijdstip op én ze hebben een veel kortere vlucht! Rot voor de sociale onrust in Cayenne natuurlijk….maar heerlijk voor zussie en zwagertje!
Tegen de middag varen we 4 mijl verder de baai van Forte de France in en ankeren achter één van de eilandjes van Trois Ilets, Gros Islet. We zijn nu helemaal omsloten door land. Grappig, het water is nu helemaal rustig, als een binnenmeer. Herbert en ik verkennen het eilandje. We willen graag nog een keertje met zijn allen zwemmen. Aan de noordzijde vinden we een piepklein zandstukje met vervallen steigertje en dito huisje dat verlaten lijkt. We halen Marianne en Onno op en daar zakt Marianne met hijsstoeltje alweer in de bijboot alsof ze nooit anders gedaan heeft. Al gauw staan we in het pies-lauwe water dat wat modderig is. Maar oké…we hangen nog even rond op de vervallen steiger om wat te drogen. Er komt opeens een bootje afgeladen met Martiniquezen en een paar ‘witzeuzen’ aanvaren. De eigenaar, Roberto, met familieleden of vrienden met koelboxen en grote tassen. Ze vinden het hartstikke leuk als we hun gasten zijn en even later zitten we met hen aan een grote houten tafel. Drinken mierzoete sap (nee dank jullie wel, geen rum erin!) en Onno wil wel een wijntje. De conversatie in het rappe Frans is lastig maar te doen en ze zijn zeer geïnteresseerd hoe we hier komen, wat we van Martinique vinden, hoe we over de Franse politiek denken (de witten vinden Marine le Pen helemaal top!). We hebben een super leuk uurtje met ze…lachen wat af…één van de heren wil wel een Nederlandse partner. Één? Nee… minstens twee wil hij er…hahahahaaa! We nemen hartelijk afscheid van ze. Wat een leuke, gastvrije mensen! Jammer dat ik nu nét geen fototoestel bij me heb want we gingen alleen maar even zwemmen…
Aan boord strijken we neer voor de laatste borrel aan dek.
Alweer zo’n heerlijke avond. Het is wat vochtig en zeer zwoel!
We proosten op een ZEER geslaagde vakantie met elkaar. En wat een heerlijk zongebruind huidje nemen Marianne en Onno mee terug naar ons kikkerlandje!
Kijk maar eens naar deze foto van toen ze net aankwamen….mijn been naast die van Onno!
3 april. De dag van vertrek van Marianne en Onno is aangebroken. We zijn redelijk vroeg uit de veren om genoeg tijd te hebben. Op de genua zeilen we naar de ankerplaats bij het fort van Forte de France. Daar ligt ook de mooie ‘Oosterschelde’ waarvan we vermoeden dat we die al in Brest gezien hebben! Dat moet ik op mijn blog nakijken!
Marianne en Onno pakken alles in. Altijd weer een uitdaging om niets aan boord te laten liggen. Herbert blaast de bijboot weer op. Deze heeft nu weer een hijsoog dat vast zit. En ik rammel de laatste zinnen van dit blogdeel uit mijn toetsenbord.
Straks gaan we nog lunchen met elkaar. Herbert en ik gaan de Leaderprice nog maar eens afstruinen. Er is een flink gat in de voorraad witte wijn geslagen! Vers fruit, groente…nog even profiteren want meer naar het noorden verwachten we weer astronomische prijzen. We weten nog niet of we vandaag laat in de middag vertrekken of toch nog een dagje wachten. Ik ga in ieder geval proberen dit blogdeel over Martinique op het internet te krijgen.
Veel leesplezier en graag tot de volgende keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten