Vrijdag 14 april zijn we nog op Guadeloupe en hebben we rond het middaguur afgesproken om een duik te maken met een duikclub (de eerste aan je rechterhand als de de pier afloopt).
We varen met een boot naar Pigeon Islands en meren daar af aan één van de witte ankerboeien. We hebben een groepje van 6 mensen en duikgids Bruno. Het kost me enige moeite om te ontspannen als we eenmaal onder water zijn. De regulator staat wat ‘strak’ afgesteld en ik heb het idee dat ik wat moeite moet doen om genoeg in te ademen. Ook mijn BCD (duikvest) is iets te groot en mijn duikfles blijft niet netjes recht op mijn rug. Maar verder gaat het prima. We flipperen in een prachtige kleurrijke koraaltuin met veel mooie vis en al gooi hebben we een ‘encounter’ met een grote langoeste en 2 flinke schildpadden.
Daarna komen we bij het onderwater-beeld van Cousteau.
het borstbeeld van Cousteau met duikgids Bruno.
Een saluut voor hem want hij heeft veel voor het onderwater-filmen betekend en de duiksport heeft door zijn films een enorme vlucht genomen. Het schijnt overigens een draak van een kerel geweest te zijn die ook veel schade heeft veroorzaakt in de omgevingen waar hij filmde; alles om het mooi op de gevoelige plaat en de film te krijgen. Maar goed, dat waren ook andere tijden… En verder gaat het weer, door de prachtige koraal-tuin van het Cousteau National Parc.
De foto’s zijn wat onscherp maar dat komt omdat het ‘stilgezette’ beelden zijn van het filmpje van de Go Pro.
Na zo’n 50 minuten zijn we terug bij de boot. Terug bij de duikclub spoelen we snel de spullen af en bedanken Bruno hartelijk voor de fantastische duik. We gaan snel weer met de bijboot naar Zahree want we willen vanmiddag nog verder naar de ankerplaats Deshaies en van daaruit morgen direct verder naar Antigua. Zaterdag lijkt de laatste dag dat de oostenwind nog een beetje een zuidelijke component heeft. Daarna gaat de wind aantrekken en meer uit het noorden waaien en zou het niet meer bezeild zijn. We komen na 6 mijltjes brommen achter in de middag aan in Deshaies. We gaan snel naar de kant om uit te klaren. Dat kan nog tot 19.00 uur, zegt de Cruising Guide van Doyle. We zien de Skua van het Zwitserse stel waarmee we zo ongeveer de hele nacht opzeilden van Bequia naar Martinique. We hangen even aan hun potdeksel om bij te kletsen. Zij gaan de dag erop ook naar Antigua dus we zien ze gauw weer. Aan wal bevalt het gezellige dorpje Deshaies ons zeer. Jammer dat we niet een dag extra kunnen blijven!
Deshaies in het laatste daglicht.
We hebben enigszins moeite om The Pelican te vinden. Het is een hip boetiekje met fancy kleding en toeristen prulletjes en er staat een computer waar je helemaal zelf kunt invullen wanneer je gekomen bent en wanneer je weg gaat. De juiste datum van uitklaren is wel belangrijk omdat dit moet kloppen daar de instanties op Antigua een stuk minder makkelijk zijn. Er staan hoge boetes op foutieve informatie geven daar! Het is even wachten op een meneer die moeite heeft met het invullen van de velden. Blijkt later dat hij zijn leesbril is vergeten…had ie even moeten zeggen..hadden wij wel voor hem gehad. In de tussentijd maken we kennis met een Belgische crew van zeilschip Conrad naast ons. We helpen de schipper uit de brand door hem 4 euro te lenen voor zijn uitklaringspapier; zijn vrouw is er ineens vandoor met medeneming van de portemonnee. Ergens in de krochten van de vele boetiekjes in de hoofdstraat verdwenen…. Daarna gaan we eten in L’Amer die in de Doyle de hemel in wordt geprezen voor haar uitstekende eten, haar mooie ligging aan het water en de uitstekende wifi.
Lekker eten in L’Amer in Deshaies met uitzicht op de baai.
Het eten is er wat duurder maar inderdaad erg lekker, de wijn is prima en mijn vorige blog is snel via de digitale post bij jullie aangeland (Ik hoop dat jullie hebben genoten van mijn verhaaltjes?).
Daarna gaan we snel naar Zahree. Niet al te laat te bed want morgen hebben we een stevig dagtochtje voor de boeg!
Zaterdag 15 april zijn we erg op tijd onder vol zeil op weg naar Antigua. Het is een tocht van ruim 40 mijl. De gribfiles geven aan dat we niet veel wind mogen verwachten en aanvankelijk hebben we maar zo’n 8 knoopjes wind uit het oosten tot zuidoosten. We hebben de zeilen wel bijstaan omdat ze toch wat helpen bij het motorzeilen, vooral tegen het rollen op een klein beetje swell. We hebben al snel de vislijn uit en hopen op een lekker maaltje. De vis zal dan moeten concurreren met de lamsbout die ik in alle vroegte aangebraden heb en bijna gaar gestoofd in de snelkookpan. Zahree laat bij Deshaies geuren achter van lam, knoflook, tijm en rozemarijn. Ik heb daar een beetje moeite mee op de vroege ochtend hoor. Ook de slagers-zaagwerkzaamheden om de enorme bout in de pan te laten passen is wat veel voor mijn ochtend-maag! Maar oké…dat gaat wel lekker smaken vanavond! De vis dus! We zijn nog niet vrij van het eiland en daar loopt de lijn met geraas uit. Snel de vaart uit de boot en inhalen maar. Vol spanning bekijken we de grote vis die weinig weerstand biedt. Hè nee…een barracuda!
Die kunnen we niet eten omdat in deze contreien de grote jaagvissen die zich in de buurt van het koraal ophouden de kleinere vissen die het koraal afsnoepen op zoek naar begroeiing ciguetera kunnen hebben. De grotere vissen slaan deze vergiften van de parasiet in steeds grotere hoeveelheden op en voor mensen kan het eten van vergiftigd vlees hele nare ziekteverschijnselen geven. Enorm overgeven, neurologische uitval, uitval van organen en je kunt er zelfs aan komen te overlijden. Verhitting helpt niet want het gif verandert daar niet mee. Barracuda heeft ook nog eens hele gemene tanden en heeft al menige visser hele nare wonden gegeven. Dus Herbert heeft handschoenen aan en met opperste concentratie wordt de vis van de haak verlost en met een grote boog gaat hij weer zijn vrienden tegemoet. Graag je collega-vis mahi mahi sturen, vriend!
Even stil liggen jongen…en met een grote zwaai weer de plomp in!
En verder gaat het weer. Onderhand is de wind aangetrokken tot een fijne 17 knopen en kan de motor uit. En weer loopt de lijn uit...nu met een enorm gegier. Dat is een echte grote! Deze geeft ook iets minder snel op dan de vorige. Ik leg Zahree min of meer stil en langzaam draait Herbert de buit binnen. Neeeeeee….alweer een barracuda…en nu een hele grote! We hebben nog nooit zo’n joekel gevangen!
Neeeeeee…alweer een barracuda!
Een tangetje moet eraan te pas komen om de haak te verwijderen tussen de vervaarlijke kaken vandaan. Dan gaat ook deze grote jongen tot onze grote spijt weer overboord. We geven het maar op….we hebben geen zin om nog meer barracuda’s de schrik van hun leven te bezorgen. Volgende keer beter. We eten toch maar lam vanavond!
Gastenvlaggetje van Antigua en Barbuda in het want én de gele douane-vlag.
Het blijft een wat sombere dag en de bewolking wordt langzaam dikker en het begint een beetje te regenen. Geen grote hoeveelheden en dichter bij land wordt het weer droog. Maar de zon laat zich niet zien vandaag.
Om 16.00 uur draaien we de baai van Falmouth in, naast English Harbour. We zien al heel wat prachtige classic zeilschepen liggen. Volgende week begint de 30ste Antigua Classic Yacht Regatta en daar zijn we bij! Groot feest natuurlijk met zeilwedstrijden van van alles als het er maar classic uitziet. In theorie zouden we er prima tussen passen maar dat is niks voor ons. De prachtige grote J-klasse schepen zien we al liggen voor ons! Hartstikke leuk. Ook zien we Dick en Monique van de Umnyama zeker weer. De Umnyama ligt een baaitje naast ons. Het is daar erg druk om te ankeren, dus we hebben Falmouth gekozen dat veel groter is.
We ankeren midden in de baai en we hebben ondanks de weinige meters onder de kiel nog best veel meter ketting nodig voor de Rocna niet meer meegeeft. Slappe grond denken we.
Maar dan liggen we! Het is te laat om nog in te klaren dus we blijven lekker aan boord met de gele douane-vlag in het want. Tijd voor een drankje en dan smullen van het lam! Dat is een prima bout zeg!
Zondag 16 april gaan we aan wal en lopen naar Nelsons Dockyard om te gaan inklaren. Het is een oud prachtig gerestaureerd complex met alles wat het watersporthartje begeert.
Nelsons Dockyard in Englishmans Bay, Antigua.
De autoriteiten zijn snel gevonden en het is weer even wennen aan de strikte formaliteiten die blijkbaar nodig zijn als je elders bent dan in de Franse territoriale wateren. Alweer moeten we een aanmeldingsprocedure op een computer doen; nu alleen voor Antigua en Barbuda. Maar Hoorn als haven van registratie invullen kan dan weer niet…dan maar Amsterdam ingevuld…wat maakt het uit! Een Frans stel dat helemaal geen Engels spreekt is in grote stress. Customs kan hun inschrijving niet vinden. De schipper en –se zijn in alle staten. Ze zijn er van overtuigd nooit meer weg te komen uit Antigua. De officier van dienst spreekt natuurlijk geen Frans en ik bied aan om een beetje te vertalen. Het blijkt na lang zoeken te gaan om een weggelaten streepje in de naam van het schip in de officiële scheepspapieren. Dat heeft geen streepje. In het computersysteem is dit wel ingevuld. Tja…dan loopt blijkbaar alles vast. Pffffff! Uiteindelijk kunnen ze hun registratie weer vinden. Ze hebben niets met computers en een behulpzame Franse charterschipper had ze geholpen, enkele dagen daarvoor. Die heeft ook een fout registratienummer van het schip ingevuld, aiaiaia! Er volgt een heen-en-weer-gestuur tussen de drie loketten en ik vertaal braaf voor ze uiteindelijke ‘clearance’ krijgen. Volgens schipper Gé Gé en zijn vrouw Dolores heb ik hen het leven gered dus we mogen niet weg zonder een drankje met ze te nuttigen. Dat doen we graag!
Na een super gezellig uurtje met biertjes en een wijntje nemen we wat duizelig al, afscheid met de afspraak dat we aan het einde van de middag om op de Mana-do (het streepje hoort er écht bij!), hun Amel die vlak voor ons voor anker ligt, een drankje te komen doen! Gessssjellug!!!!!
Daarna lopen we een rondje langs alle prachtige klassieke schepen. Er zijn prachtige ‘oudjes’ bij, glimmend in de lak met jonge meisjes en jongens die driftig aan het poetsen zijn om alles tip-top in orde te brengen vóór de Regatta.
Zoveel moois bij elkaar!
Daarna gaan we weer terug naar Zahree. Een volgende klus wacht ons. Al een tijdje komt er veel water in de bijboot. We gaan de plek proberen op te sporen en te plakken. Het blijkt dat diverse lijmnaden het aan het begeven zijn. Zo goed en zo kwaad als dat gaat maken we alles schoon en droog en probeert Herbert met sikaflex de boel af te dichten. Helaas…als we aan het eind van de middag de bijboot te water laten zakken zien we direct het zeewater alweer binnen stromen. Mislukt!
We klimmen aan boord bij de Mana-Do en maken nader kennis met Gérard (Gé Gé voor ingewijden) en Dolores. Dat gaat in rap Frans dus af en toe wat moeizaam om alles te begrijpen en helemaal om te vertellen wat je wil vertellen, maar… het gaat! We hebben er leuke nieuwe zeilvrienden bij en hopen ze ergens in de Carieb weer eens te treffen. Het is al tegen 21 uur als we onder luid protest van Gé Gé toch maar richting Zahree vertrekken. De witte wijn eist zijn tol bij mij en we moeten nog eten….en zelf willen ze morgenvroeg tussen 5 en 6 vertrekken naar Deshaies. Au revoir, Mana-Do! (MET streepje!).
Maandag 17 april begint sombertjes. Aanvankelijk nog af en toe wat spetters maar niet veel later giet het bij bakken uit de hemel en is Zahree weer zo zoet als maar kan. Ook wel weer eens lekker. Dat geeft Herbert de gelegenheid een onfris klusje te doen aan het achterste toilet en mij dit blog eens even een flinke ‘zwaai’ te geven. We horen Dick van de Umnyama ons oproepen en spreken die middag af aan wal in English Harbour.
Het lijkt wat droger te worden als we naar de wal varen maar daar is de wens de moeder van de gedachte want uiteindelijk zijn we behoorlijk nat als we bij Nelsons Dockyard Dick treffen. Daar helpt het parapluutje niet erg veel tegen. Het is gewoon hartstikke koud ook nog! Dat zijn we niet meer gewend hoor…
Het is erg leuk om Dick weer te zien en we varen met zijn bijboot naar de Umnyama. We hebben heel wat bij te praten want we hebben in januari afscheid van de Umnyama genomen toen zij Suriname verlieten.
Veel bij te praten met Dick van de Umnyama.
Monique, zijn betere wederhelft, is in Canada bij haar broer voor een weekje en komt zondag terug. We zien haar dan nog net voor we naar Barbuda varen. We spreken af van de week samen naar de wedstrijden te gaan kijken.
Dinsdag 18 april zoeken we aan wal een winkel die datakaartjes van Digicel zou moeten verkopen. Maar daarvoor moeten we naar St. John, de hoofdstad. Al snel zitten we in een taxi-busje en zijn we vanwege de rijstijl van de chagrijnige chauffeur zo in de hoofdstad. Er heerst een gezellige bedrijvigheid. Echt Caribisch…veel geschreeuw…je denkt dat er een enorme ruzie is uitgebroken..blijkt iemand een kennis te zien in een auto; dat werk! De Digicel winkel is snel gevonden en een half uurtje later hebben we weer internet op de telefoon. Toch wel fijn om gewoon te kunnen appen met familie en vrienden..iets te kunnen googlen en bankzaken te kunnen afhandelen op de boot.
We wandelen nog even door het wat armoedige stadje. De waterkant en de gebouwtjes erachter zijn mooi opgeknapt met kleurrijke boetiekjes, allemaal afgestemd op de kooplust van de voornamelijk Amerikaanse toeristen die van de cruiseboten komen.
De waterkant is mooi gerestaureerd.
Downtown St. John, Antigua.
We lopen weer terug richting het busstation en komen langs dit gruwelijk lelijke beeld van een voormalige premier, zeer geliefd in Antigua.
Vere Cornwall Bird sr.
De overdekte versmarkt van St. John is een begrip. Vooral op zaterdag kun je er heel goed groenten en fruit kopen. Nu zijn er nog maar enkele stalletjes open en is de sfeer wat landerig. Bepaald goedkoop is het ook niet maar we slagen aardig. Het laatste stalletje wilde ik graag fotograferen. Haar stal mocht wel maar de chagrijnige mevrouw wilde onder geen beding herkenbaar op de foto. Dan maar zo…
Het valt ons op dat de mensen op Antigua erg gereserveerd zijn. Misschien ten opzichte van ons…rijke, witte toeristen? Het lijkt best goed te gaan met Antigua maar er is een heel groot verschil tussen de witte ‘have’s’ en de gekleurde ‘not have’s’. In Falmouth liggen ongelofelijk dure jachten te wachten op hun stinkend rijke eigenaren die misschien enkele weken per jaar in komen vliegen en zich alles kunnen permitteren. Dat is voor de lokale bevolking natuurlijk allemaal niet weggelegd. De businesses lijken voornamelijk in handen te zijn van witte import. De lokale mensen bewerken het land, poetsen, wassen, schilderen, bedienen et cetera. Het geeft een hoop werkgelegenheid, die toeristenindustrie en de boten-business, maar de verhoudingen zijn natuurlijk schrijnend.
We proppen onszelf weer in een busje en de chauffeur rijdt zo mogelijk nog harder dan de vorige. Maar we staan zo weer aan de kade en brengen snel de buit aan boord en gaan dan weer naar de kant want we hebben afgesproken met Dick om lekker uit eten te gaan.
Bij Nelsons Dockyard zien we ook de Belgische Conrad weer liggen die we in Deshaies met 4 eurietjes uit de brand hielpen. De schuld wordt direct vereffend. Johan, Veerle en crew Matteo zijn aan boord en of we wat komen drinken. Graag natuurlijk! Dick wordt ook zeer gastvrij aan boord uitgenodigd. Erg gezellige uurtjes zijn het en daarna gaan we met zijn allen uit eten bij Pillars Restaurant, een zeer sfeervol restaurant in Nelsons Dockyard dat heerlijk eten serveert.
Eerlijk zeggen…van internet gepikte foto…oooh!
Oké…het is wel wat in het duurdere segment maar het is een mooie plek. De foto….nou ja…genomen door mijn lieve echtgenoot die Johan blijkbaar niet zag zitten….letterlijk dan….
In Pillars Restaurant…geen Johan te zien…wél erg lekker eten!
Woensdag 19 april komt de Conrad helemaal vanuit English Harbour langs varen om voorlopig afscheid te nemen van ons. Ze gaan nog wat andere baaitjes verkennen op Antigua. Misschien zien we ze later op Barbuda. Dag Johan, Veerle en Matteo, we hopen jullie snel weer te zien!
Dag Conrad…tot hopelijk gauw!
’s Middags moet ik eraan geloven…na de lunch gaan we naar Pigeon Beach met de bijboot en vandaar een stevige wandeling, met eng geklauter over rotspartijen en al. Ik had het kunnen weten; het wandelpad heet Geitenpad…dan weet je toch genoeg?
Het Geitenpad…ik had het kunnen weten…
Onder protest dan….
Het uitzicht boven is natuurlijk prachtig.
Uitzicht op Zahree in Falmouth Bay. Daarnaast Windward Beach.
Op één van de fortificaties. Rechts: we zien de Chronos, een Nederlands classic charterschip net binnen komen.
Fort Berkley en English Harbour waar we uitzicht hebben op de Umnyama.
Uiteindelijk komen we uit bij English
Harbour waar we aan de overzijde van Fort Berkley de Umnyama zien liggen. We hebben de handheld VHF mee maar oproepen zorgt niet voor contact met Dick. Grappig…als je nu inzoomt op de foto zie je Dick bezig aan dek. Dat zagen we niet van die afstand.
En door gaat het weer naar Nelsons Dockyard waar alweer meer klassieke schepen liggen dan twee dagen geleden. En er komen nog steeds nieuwe klassiekers aan. Altijd weer een beetje stressy om die zonder schade tussen de andere boten in te parkeren!
Het is er een gezellige en opgetogen drukte. En wat liggen er een prachtige schepen!
Veel prachtigs in Nelsons Dockyard, Antigua.
Via de weg lopen we in nog eens 20 minuutjes terug naar Pigeon Beach waar we een frisse duik meer dan verdiend hebben.
Eindelijk afkoelen!
Jee zeg…de conditie is niet meer wat ie is geweest (als het al wat was dan…)! Het restje lam met puree uit een pakje en nog wat pompoen erbij…een ‘vluggertje’ maar wel een die goed gelukt is. We hebben nog nét puf voor een Sopranootje en dan….zzzzzz!
Donderdag 20 april is de eerste echte wedstrijd. De single-handed wedstrijd. We zijn natuurlijk weer niet goed geïnformeerd en zitten klokke 10 boven op een berg klaar voor de wedstrijd…die maar niet begint…
Wachten op de wedstrijd…die niet begint! Grrrrr!
Nee logisch, want het is pas om 14 uur die middag. We lopen met de pest in het lijf rond lunchtijd naar beneden en schuiven aan in Catherines Cafe Plage en eten daar heerlijke broodjes kreeft en beef.
Lunch in Catherines Cafe Plage.
Daarna waggelen we stampensvol naar Windward Beach waar we een mooi uitzicht hebben op een paar boten die één voor één starten dus er is niet veel aan om te bekijken…er is helemaal geen strijd of zo. Wel lekker in het water zitten (ik) en in de schaduw (Herbert).
Antiguanen hebben visjes gevangen en schoongemaakt en bieden ons aan om mee te eten. Oooooo jammer…maar we moeten beleefd afslaan…we zitten helemaal vol van de copieuze lunch. Jammerrrrrr! Lieve mensen!
Na een uurtje gaan we terug naar Zahree…nu niet over het strand maar door de bedding van een riviertje dat nu droog staat.
En warm dat het is!
Nog even zwemmen bij Pigeon Beach en dan naar Zahree. Een paar toastjes volstaan die avond. De lunch was zo uitgebreid dat we alleen nog onderuit kunnen hangen…onze favoriete serie koekeloeren natuurlijk.
Vrijdag 21 april zijn we op tijd eruit. Een wasje draaien en ophangen vóór we weer op pad gaan voor dag 2 van de Antigua Classic Yacht Regatta. We zijn op tijd voor de start die recht voor het strand van Windward Beach is. We hebben nu de verrekijker mee en het is leuk als je ziet dat er wat strijd wordt geleverd om de sterkste start positie. Erg fel is die strijd niet natuurlijk. De schepen zijn veel te mooi om er aanvaringen mee te gaan riskeren. Een paar foto’s om een indruk te krijgen:
Het tuig staat er nog niet op. Rechts het startschip.
Op volle snelheid op weg naar de startlijn.
Even wat geharrewar: wie mag eerst gaan?
De Adix is de grootste (65 m.), nog door Gerard Dijkstra verlengd.
Als alle groepen zijn gestart verdwijnen de schepen snel op zee richting de keerboei die 4 mijl verderop ligt. We lopen weer naar Pigeon Beach, duiken even in zee om af te koelen en gaan weer naar de boot. Op onze manier zijn we daar weer ‘druk’ met lunchen, foto’s bewerken, blog bijwerken, lezen…
Later die middag gaan we naar Nelsons Dockyard waar net de hele vloot met de kont naar de wal aan het manoeuvreren is.
Het is een heel gedoe met rubberbootjes die voorschepen moeten omduwen, lekker chaotisch gedoe maar uiteindelijk komt het allemaal goed natuurlijk. Niet alles is even lekker verlopen vandaag. We horen van een persoon die overboord was gevallen en een boot heeft zijn mast verloren.
Gebroken mast. Gauw weer maken..morgen weer mee racen!
Deze zien we later op een vrachtwagentje afgevoerd worden. Er wordt vast alles op alles gezet deze te repareren zodat de mensen morgen weer mee kunnen zeilen!
Nog een drankje en dan hebben we het wel gezien en gaan we naar Zahree. Ons bekende avondprogramma: eten, Sopranootje, digitaal krantje (ik), nog een serietje (Herbert) en op tijd naar bed!
Zaterdag 22 april zijn we op tijd bij Dick z’n bijboot om naar de starts van de Antigua Classic Yacht Regatta van vandaag te kijken. Eerst nog even de Nederlandse J-klasse boot Lionhart van Tom-Tom oprichter Harold Godijn bekijken. De J’s varen helaas niet deze week, vast wel in de wedstrijden over 2 weken. Het is echt een prachtig schip. Wat een kapitaal in alle opzichten ligt daar voor de wal!
De J-klasse boot Lionhart in Nelsons Dockyard.
Dan varen we met Sloopy naar buiten. Oeps…lekkere hoge golven! Dat wordt wat…vooral de terugweg straks. We varen nog even op met de prachtige zeilboot van Jos En Majo, de Jonathan. Majo is een voormalige collega van Baudine van de Bojangles. Speciaal voor jou Baudine! Ze zwaaien je gedag!
De Jonathan; later zien we ze starten.
We varen zo’n beetje op en neer bij de startlijn en zien nu van dichtbij alle klassen starten. Erg leuk en vooral als de grotere schepen zo vlak bij elkaar over de startlijn gaan is het een prachtig gezicht. In de kortste keren zijn we allemaal zeiknat. Dick doet fantastisch stuurwerk maar kan toch niet voorkomen dat de golven geregeld aan boord wippen.
Veel foto’s heb ik dus niet genomen; ik was bang dat de camera zou sneven met al dat overkomende zeewater en heb hem gauw opgeborgen in de waterdichte zak.
Nét door de startlijn…
Als ze allemaal vertrokken zijn varen we weer terug, onderhand nat tot op ons ondergoed. Maar dat droogt allemaal weer zo hier. We nemen afscheid van Dick tot de volgende dag. Nog even boodschappen doen bij de goed gesorteerde Bailey supermarkt in de buurt van de Catamaran Club Marina en dan naar boord om het zout af te douchen en te lunchen. Later die middag gaan we nogmaals naar Nelsons Dockyard en bekijken het gratis toegankelijke museumpje. Een beetje knullig ingericht maar wel leuk hoor….
Aan boord van Nelsons schip gestaan? Staat nergens….
Zeekadet Herbert.
Admiraal Nelson-Tineke, rechterarm verloren in één van de zeeslagen.
Nog even langs de zeilschepen lopen die net weer terug zijn. Het is een vrolijke boel. Ze hebben duidelijk weer een heerlijke zeildag achter de rug. We zien ook Jos van de Jonathan nog even. Helemaal afgedraaid door een pittig tochtje. Ze strijden met een ander schip om de winst en hebben een minuutje moeten toegeven. Morgen beter, Jos!
Daarna borreltje op ons eigen achterdek in het zakkende zonnetje. En zelfde procedure: eten, Sopranootje en….ooooo neeeeeeee! Seizoen 4, aflevering 11, 12 en 13 kloppen niet! Zijn oude afleveringen uit een ander seizoen! Grrrrrr! Even met de Agaathjes appen brengt duidelijkheid; inderdaad fout. Zij hebben de missende afleveringen, weliswaar in het Spaans…moeten we maar gauw naar Sint Maarten komen! We komen eraan!!!!!
Zondag 23 april rijden we met Dick aan het stuur langs de oostzijde van Antigua langs Willoughby Bay naar Halfmoon Bay dat één van de mooiste baaien van de wereld moet zijn. Het uitzicht op een vervallen resort dat ten prooi is gevallen aan de laatste orkaan (ook alweer bijna 20 jaar geleden meen ik).
Halfmoon Bay van een afstandje en ter plaatse.
Niemand heeft zin om te zwemmen dus door gaat het weer….we hebben een lekker bakkie koffie nodig!
Uiteindelijk strijken we neer in Nonsuch Bay. We mogen van de guard naar beneden rijden en in het resort kijken we even op het strand waar men grote moeite heeft de waterplanten van de beach weg te houden. Ziet er niet zo fris uit.
Nonsuchbay Resort.
Was ik gast ging ik eerder in dit heerlijke zwembad op hoogte liggen. Je neus richting de baai en een lekkere cocktail op het randje…dat werk!
Dick aan de rand van het zwembad. Erin Dick?
De koffie met cakejes is heerlijk. Daarna wordt het tijd verder te gaan want we moeten half 2 Monique van het vliegveld halen.
Ze is keurig op tijd en gevieren gaan we verder. We rammelen en hebben even moeite een leuke tent aan de zee te vinden. Uiteindelijk belanden we op het meest oostelijke puntje van Antigua en eten we frietjes met vettigheid. Mmmm…ook wel eens lekker… Selfie met zicht op het altijd blauwe water.
Selfieeeeee!
En verder gaat het weer, nu naar Shirley Heights, ten oosten van English Harbour. Vanaf deze plek heb je een prachtig uitzicht rondom over de oceaan en de beide baaien waar onze boten liggen. Zondagmiddag en avond is het daar altijd een drukte van jewelste. Big party met een steelband die bewerkingen speelt van Abba o.a. (jammer hoor; speelt toch jullie eigen muziek) en een reggae band daarna (toen waren we al weg). We vertoeven er een uurtje maar hebben geen zin om aan te sluiten voor de bbq daar.
Huis van Eric Clapton. Hij is niet thuis; de luiken zijn ervoor.
Op Shirley Heights.
De steelband en de feestende menigte bij prachtig ondergaande zon.
Wij tijdens naar beneden en schuiven aan en eten heerlijke pizza en salade bij de haven. Alle foto’s mislukt helaas!
Daarna knuffelen we Monique en Dick even stevig. Het gaat wel weer even duren voor we ze zien. Hoogst waarschijnlijk verderop in het jaar op Curaçao.
Maandag 24 april zijn we vroeg op om Zahree zeilklaar te maken. Rond 10 uur gaan we ankerop om nog even de start van de laatste race dag van dichtbij te zien. We willen niet in de weg liggen dus ik neem wat foto’s van wat er zo voorbij komt (wel de Nederlandse schepen Chronos en Kairos). De Adix zijn we ook vlakbij maar die is jammer genoeg nog aan het optuigen dus nog niet onder vol zeil.
Dag Antigua! We hebben hier erg genoten. We vallen af tot bijna voor de wind met een rif in het zeil en zetten koers richting Barbuda. Op naar de rust en de natuur en het alle blauwste water dat je je maar kunt voorstellen! Het is een fantastische zeildag en als we Antigua aan de westzijde gerond hebben kunnen we halve wind met regelmatig snelheden boven de 8 knopen Cocoa Point op Barbuda waar we willen ankeren, aanlopen. Ik ben deze dag meer binnen dan buiten te vinden. Een nare verbrande onderlip geeft me erg veel pijn en ongemak en ik probeer een beetje uit de zon en zoute wind te blijven. De hengel hebben we weer hoopvol uit en ja hoor…beet! Oooooo neeeeee! Weer een barracuda…jammerrrrrr! En plons daar ligt hij alweer in zijn natuurlijke habitat! Het is tussen Antigua en Barbuda relatief ondiep…misschien is het daarom dat we ook verder uit de kust deze fanatieke jagers nog vinden. Helaas….we durven ze niet te eten!
Rond half 5 liggen we voor anker met uitzicht op 2 hotels die ogenschijnlijk gesloten zijn. We zijn een beetje laat voor een landing op het strand (of te sloom). De pittige kip is een kwelling met mijn arme onderlip. Dan maar een filmpje nu we niet verder kunnen met Tony (Soprano natuurlijk!). Een tearjerker van jewelste dus wat bedrukt naar bed.
Dinsdag 25 april besluiten we toch niet van boord te gaan bij Cocoa Point omdat er 0 leven lijkt te zijn daar. We zijn eerst van plan bij een klein haventje te gaan liggen, zo’n 3 mijl naar het noordwesten maar eenmaal onderweg is het al snel duidelijk dat we daar, onbeschermd door enig rif, niet erg rustig zullen liggen. We varen met motor en genua bij door naar Low Bay en ankeren net onder West Tuscon Rock. We liggen niet zo rustig als bij Cocoa Point maar in ieder geval kunnen we hier vandaan makkelijk met een watertaxi naar het plaatsje Codrington. Dit is dus ons uitzicht!
We bellen George Jefferey (tip uit de Doyle guide) en die heeft tijd om de dag erop onze gids te zijn. 10 uur op het steigertje aan de lagunezijde.
Daarna gaan we naar het strand, zo hagelwit met een vleugje roze, dat kun je je haast niet voorstellen, zo mooi!
We wandelen deels aan de zeezijde, deels langs de lagune die er op enkele meters aan de andere kant van de smalle strook strand ligt. Het is een flinke tippel naar Lighthouse Bay resort. er zijn wat werknemers bezig met kokosnoten verzamelen. Verder is het resort gesloten. Als we het navragen blijkt dat het resort het gehele seizoen niet open is geweest vanwege verbouwingen. We zien niets wat wijst op verbouwingen. Ook definitief gesloten? Nee toch? We hadden onze hoop gevestigd op een iets terug liggende strandbar de Kingfish Sandbar maar ook hier is alles verlaten. Mweh…geen lekker verfrissend biertje. Dan maar meteen de terugweg aanvaard…verder dan ik dacht weer. Pfffffff en de hele tijd scheef lopen langs de waterlijn waar het zand niet zo mul is. Als bij de bijboot zijn is een lekkere duik onze beloning én op Zahree is het biertje en witte wijntje ook lekker koel. Er is weer een indrukwekkende avondlucht.
‘s Avonds nog maar eens een filmpje (La-la-la-land)…erg leuk!
Woensdag 26 april, vandaag dus! Wat ligt Zahree daar prachtig in dat blauwe water!
Al voor 10 uur staan we op het steigertje en George is een man van de klok. Keurig op tijd meert hij aan.
Herbert op het steigertje aan de lagune zijde.
Het is nog even een toer om weg te komen zonder kledder te worden want het waait best stevig en zelfs in de lagune staan korte steile golven die aan boord van de snelle motorboot willen wippen. Dan scheuren we er vandoor en verheft de platte boot met 60 pk motor zich en stuiteren we met een rotvaart is enkele minuten over Codrington Lagoon naar het plaatsje Codrington.
Met George lopen we langs 3 kantoortjes van Port Police, Customs en Immigration. Natuurlijk allemaal geheel verspreid over het slaperige dorpje, om het lekker ingewikkeld te maken. Onze papieren zijn dik in orde dus na een uurtje zijn we uitgeklaard en kunnen we morgen vertrekken richting Sint Maarten. Maar nu nog even een tour naar de Atlantische kant van Barbuda. George heeft een auto geregeld en zal ons zelf rijden. Gezellig! Hij is een leuke, relaxte guide en weet alles over Barbuda. Eerst halen we lunch bij een stalletje langs de weg.
Dan zijn we al snel het dorp uit. Het is een steenslag weg en George moet af en toe slalommen om de kuilen te ontwijken. En zijn het de kuilen niet, dan zijn het de ezels wel die, net als de paarden, geheel vrij over Barbuda mogen lopen. Op dit eiland zijn het juist de huizen die achter de hekken staan, om de dieren buiten te houden. De ezels zijn afstammelingen van de werkezels van vroeger en worden niet meer gebruikt. De paarden nog wel, vooral om mee te racen. George niet…hij houdt het bij paardenkrachten van alles wat een motor heeft. Net zoals Herbert, hahahahaaa! Vlakbij de Atlantische kust, bij Two Foot Bay en de Highlands waar ook de Codrington Ruins zijn, passeren we een moeder ezel met haar kleintje. Het sukkelige ezeltje slaat een beetje op hol doordat we passeren maar gaat keihard met de auto mee galopperen. Het denkt vermoedelijk dat de auto de moeder is. Moeder achtervolgt op gepaste afstand. We kunnen de ukkepuk maar nauwelijks ervan overtuigen terug te gaan naar haar echte moeder. Het laat zich zelfs even aaien. Het ezeltje is even helemaal in de war.
We lopen een beetje in de richting van de echte moeder en gelukkig….het heeft het door…daar is zijn moeder! Iaaaaaaaa!
Wij gaan verder, een klein stukje langs Two Foot Bay waar een grot is die je in kunt klimmen. We eten in de koele schaduw daar onze prima lunches en klimmen daarna door de grot naar boven waar we een mooi uitzicht hebben over het rif en daarachter de oceaan die met grote spuitende golven zich op het rif te pletter loopt.
De grot bij Two Foot Bay.
Uitzicht over de Atlantische Oceaan vanaf de Highlands.
Daarna klauteren we weer naar beneden en gaat het met de auto weer richting Codrington. De natuur is hier adembenemend mooi met planten en struiken die we nog nergens anders gezien hebben.
De lagune is ons volgende doel waar de fregatvogel kolonie is die in de mangrove van Codrington Lagoon haar thuisbasis heeft.
George weet heel veel te vertellen over deze bijzondere vogels met hun enorme vleugel spanwijdte, relatief weinig gewicht en uitstekende vliegkunsten.
Fregatvogels hoog in de lucht.
Het zijn geboren luchtkunstenaars en prima dieven. Het liefst laten ze het jagen aan andere vogels over, treiteren die net zo lang tot ze hun buit laten vallen en dan…hap…slik…weg! Ook vliegende vissen vangen zijn ze meesters in. Landen op het water doen ze niet of heel kort. Ze kunnen nauwelijks meer opstijgen en het verhaal gaat dat een visser gezien heeft dat een onfortuinlijke fregatvogel die in het water was getuimeld en door twee collega-vogels eruit geholpen werd. We geloven het graag; het zijn enorm sociale dieren. Uit een aantal mangrovebosjes steken kopjes naar boven; de hongerige kleintjes die nu zo’n 5 maanden oud zijn en nog gevoerd worden. Je kunt makkelijk onderscheid maken tussen de volwassen mannetjes en de vrouwtjes. Hij, de stoere bink met de rode zak onder de kin (helaas worden ze nu niet meer opgeblazen omdat het geen paarseizoen is) en zwarte kop. De vrouwtjes witte kop en borst en heel druk. De mannetjes lijken wat te luieren en spreiden zo nu en dan de vleugels eens even heel wijd. Zoooooo…..lekker…aaaaaagh…net mensen (uh mannen…. hahahaaa!).
Daarna gaat het in vliegende vaart weer naar het steigertje waar George ons vanochtend heeft opgepikt en nemen we hartelijk afscheid. Dank je wel voor een fantastische dag!
Nog even een duik in het aquamarijne water en dan douchen aan boord. Dit blog wordt nog even afgeschreven en gaat zo hopelijk online. Morgen willen we om 4 uur in de ochtend vertrekken om naar Sint Maarten te varen. We hopen daar dan vóór het donker aan te komen. Donatien is de 28ste april jarig en wat zou het leuk zijn als we er bij konden zijn op Sint Maarten!
De hengel zal zeker weer uit gaan. Zullen we nu eindelijk weer eens een mahi mahi of een tonijntje?
Groetjes van ons vanaf een mooi Barbuda, zo rijk aan prachtige natuur en rust, na de drukte van de fantastische Antigua Classic Yacht Regatta en haar puissant rijke mega-jachten.
Voor ons wordt het tijd om weer eens verder te zeilen.
Sint Maarten-Saint Martin, here we come!
Tot gauw!