Mijn vorige blog sloot ik af met de mededeling dat we de volgende dag naar Boven-Suriname zouden gaan. We; dat zijn Herbert en ik natuurlijk, dochter Doenja en vriendin Ans.
Het was woensdag 18 januari al vroeg dag. Alles stond wel al ingepakt maar we werden geacht al om half 9 aan de kant te zijn. De autoverhuurder Ritchy zou ons zelf brengen naar Zorg en Hoop, het kleine vliegveldje waar de binnenlandse vluchten vandaan vertrekken, iets ten zuidwesten van Paramaribo. Blijkbaar was ik niet duidelijk want hij had gerekend op 3 passagiers, maar we waren natuurlijk met zijn vieren. Hij had al een mede-passagier dus de auto was te klein. Binnen een kwartiertje stond er alweer een andere taxi voor onze neus. Dezelfde meneer die ons ook al langs de autoriteiten had gereden. Hij zag er nog slaperig uit. Hij vertelde dat hij in bad zat en gelukkig zijn telefoon hoorde. Zo prima geregeld weer!
Al snel stonden we voor Zorg en Hoop en vonden de terminal van Blue Wings waar we mee zouden vliegen.
Logo van Blue Wings.
Inchecken gebeurt op een informele manier. Je wordt verzocht tezamen niet meer dan 400 kg te wegen, inclusief bagage. Dat was ons prima gelukt! We kregen ook nog wat zonnepaneel-opladertjes voor mobiele telefoons mee voor stagelopers van een mevrouw. Ze begreep dat we voor de zekerheid wel even erin keken om te kijken of er echt inzat wat ze zei dat er inzat. Je weet maar nooit!
Eerder dan de geplande vluchttijd kwam men ons halen. Whoeeee….dat kon niet waar zijn toch? De kleinste Cesna die ik ooit gezien heb stond klaar met piloot Willem Tijen die ons verzekerde dat het toestelletje zeer betrouwbaar was. Hij had zeer veel ervaring en zou ons zeker veilig naar Kajana brengen. Het zou nog even spannend zijn of er ter plekke niet te veel regen zou vallen. Dan zou hij moeten uitwijken naar een ander vliegveldje.
En daar gingen we. We vlogen over Paramaribo heen en zwenkten richting de Suriname rivier. Willem vloog zo dicht mogelijk richting Domburg als hij toestemming had van de vluchtleiding en we zagen gemakkelijk Marcel en Jenny’s huis en heeeel in de verte alle zeilboten voor anker voor Domburg. Erg leuk! Zie de laatste zeer ver ingezoomde foto. Kijk je goed, dan zie je ons Zahree liggen.
Daarna zwenkten we richting Boven Suriname, zagen het Brokopondomeer liggen en de splitsing naar de Gran Rio waar Kajana ook aan ligt. We kwamen over afgravingen waar de goudzoekers-bedrijvigheid overduidelijk is. Maar voornamelijk toch ziet het er uit als één groot broccoli-veld met af en toe een open stukje met kleine nederzettingen of een enkel huisje.
Willem wees van alles aan; erg leuk!
We vlogen iets hoger vanwege regenbuitjes die als je te laag vliegt zouden zorgen voor een bumpy ride.
Korte tijd vlogen we door een zich opbouwende wolkenpartij. Maar al snel waren we er doorheen en zette Willem na een krap uurtje vliegen langzaam de daling in.
En toen ging de Chesna flink op zijn kant en scheerden we over Kajana heen, over de Kosindo Lodge.
Vervolgens zette Willem vakkundig en smooth het vliegtuigje op de gras-landingsbaan.
We stonden weer veilig aan de grond (toch wel even een zucht van verlichting aan mijn kant!) en konden we uitstappen.
Een klein luchthaven-gebouwtje wordt bemand door een gezin en ook stonden Jerry en zoon van Frans Dinge, waarmee Ans en Doenja het verblijf in de Kosinda Lodge hadden geregeld ons al op te wachten. Kosindo betekent ‘kom zitten’ in het Sarramacaans.
We wachten even tot Willem weer is opgestegen en steken dan het vliegveldje over.
Met de korjaal was het een minuutje naar de overkant en konden we de hand van Frans schudden.
We werden zeer hartelijk welkom geheten en er stond even later, nadat we twee van de huisjes hadden betrokken, ook al een heerlijke lunch te wachten!
De lodges zijn klein en simpel; twee bedden met klamboes erboven, douche en toiletje. Maar prima voor een paar dagen! En met een heerlijke veranda ervoor met uitzicht op de Gran Rio! Daarna kunnen we een tijdje relaxen!
In de namiddag wandelen we met Lukumi, één van de vele zonen van Frans, door het dorp Kajana. Er wonen enkele tientallen mensen van drie families in het dorp. De mensen zijn wat schuw en vinden ons duidelijk maar rare snuiters. Op de foto wil men meestal niet; veel mensen geloven dat hun ziel ermee verloren gaat. Altijd vragen dus; zeker niet zomaar een plaatje schieten. We bewonderen de enorme Kankantrie-boom; een heilige boom die niet gekapt mag worden. De Saramaccanen geloven dat de ziel van overledenen er wonen…vandaar! Het zijn de reuzen van de jungle; ze torenen ver boven alle andere bomen uit.
Morgen gaan we een langere wandeling maken langs een aantal dorpen onder begeleiding van Jerry, een neef van Frans en Lukumi.
Net na zonsondergang wacht ons een heerlijk gevuld soepje en genieten we van het prachtige uitzicht. Wat kinderen doet kiekeboe met ons. De brutaalsten willen graag contact met ons!
Niet voor lang, want al snel wordt het pikkedonker. Geen straatlantaarns hier hoor! Een enkel peertje in de lodges en zuinig doen met de energie want maar een paar uurtjes ‘s avonds is er elektriciteit.
We gaan vroeg naar bed, veilig onder de klamboe, het hongerig zoemend en prikkend tuig buiten houdend.
De volgende dag, donderdag 19 januari, hebben we een druk programma. Na een heerlijk ontbijt, oliebollen, omelet, verse broodjes en heerlijk sap, gaan we letterlijk ‘op pad’ met Jerry en Lukumi.
Het pad tussen de dorpen is natuurlijk onverhard maar wordt onderhouden door een echte wegen-ploeg met kapmessen. We lopen door de dorpjes Deböö, Godowata, Stonhuku en Ligolio.
Jerry is heel erg handig. Hij woont met zijns familie een dorpje verder dan Kajana. Wat zijn ogen zien, kunnen zijn handen maken. Hij heeft zijn eigen huis gebouwd en heeft het goed voor elkaar! Hij is daar zichtbaar en terecht heel trots op.
Men leeft er nog heel traditioneel. De families hebben hun woningen, soms niet meer dan lage hutjes van hout, met rieten dak of golfplaten, dicht bij elkaar. Men voedt elkaars kinderen op, kookt met elkaar, bewerken de kostgrondjes. Mannen hebben vaak meer dan één vrouw en een hele schare kinderen.
In Ligolio is een basisschool. Het is zo’n 30 minuten lopen vanaf Kajana, of een paar minuutjes met de korjaal, mits je je een buitenboord kunt veroorloven natuurlijk!
Veel kinderen gaan niet of nauwelijks naar school. De scholen zijn vaak ver weg. Zeker vervolg-onderwijs. Daarvoor moeten de kinderen naar Paramaribo. Ze kunnen dan niet meer thuis wonen. Dat is niet leuk voor de kinderen en men kan het vaak helemaal niet betalen. Kinderen die niet niet leren lezen en schrijven is bij deze groep geen uitzondering.
Maar ze leren wel heel veel praktische vaardigheden. De vaardigheden die je nodig hebt om te kunnen overleven in de jungle waar de stad op minstens een dag afstand is!
Kinderen maken hun eigen speelgoed; een vliegtuigje van bladeren en takjes, een autootje van een plastic fles en 4 ‘apenborstels’ (apenborstels zijn ronde zaaddozen die apen echt gebruiken om luizen en vlooien te kammen).
Als laatste bezoeken we Frits Dinge, ook familie van Frans, die vroeger leraar was en nu sociaal werker én hij verzorgt de radio-uitzendingen van Radio Thijs (vernoemd naar een Nederlandse vrijwilliger die veel gedaan heeft en nog steeds doet voor de dorpen daar). Frits is een heel actieve man. Hij leert mannen en vrouwen vaardigheden of faciliteert ze met materialen en vrijwilligers die de mensen wat willen leren, houtbewerking en handwerken, waardoor ze bijvoorbeeld souvenirs kunnen maken die dan weer verkocht worden aan toeristen. Ook heeft hij een klein winkeltje. Natuurlijk kopen we ook wat.
Daarna gaan we lekker lui en comfortabel met de korjaal terug naar Kosinda. Tijd voor alweer zo’n heerlijke lunch.
Daarna moet er natuurlijk geluierd worden. Je kunt dat in je stoel op de veranda doen maar natuurlijk ook zo! De Surinamers hebben er een echt werkwoord voor hoor!
Hangmatteren!
In de namiddag gaan we met de korjaal, bestuurd door Jerry en met Lukumi en kleine Benjamin naar de Awarradam waar je heerlijk kunt zwemmen.
De durfals laten zich over de begroeiing van de stenen glijden, met het neerstortende water.
Ans en ik houden het op bedaard zwemmen in rustiger vaarwater.
Jerry en wijkzuster Naranda ook!
Daarna ‘opereert’ Jerry de kokosnoten. Eerst kapje eraf en drinken maar! Daarna hakt Jerry Jerry de kokosnoot in stukken en hij hakt handig een soort lepel waarmee je de kokos eruit kunt schrapen. Mmmmm…zalig!
Dan is het alweer tijd om te gaan. Na het avondeten wacht ons nóg een activiteit….kaaimannen zoeken in het donker! Spannend!
In het pikkedonker gaan we met de korjaal, vakkundig bestuurd door Jerry, op zoek naar oplichtende kaaimannen-oogjes. De kaaimannen-crèche is bkend en daar zitten er een aantal. Ze zijn klein, maar ook nog heel naïef! Lukumi heeft er snel één te pakken.
Doenja wil haar of hem wel even aaien! De rest houdt het bij ooooo en aaaaaa en een foto!
We vinden nog een iets grotere maar die verlaat gehaast zijn comfortabele eilandje en glijdt het water in. Op de terugweg proberen we het daar nog eens. Ja hoor…daar zit ie weer maar hij of zij kiest weer voor een duik in de Gran Rio…wachten tot die vervelende toeristen opgekrast zijn. Heeft die even gelijk!
Vlot zijn we weer terug. We hebben mateloos respect voor Jerry die precies weet hoe de Gran Rio te bevaren. Gas geven en precies op tijd inhouden en sturen langs de ontelbare stenen en rotsen in de rivier. Nergens raken we iets…knap hoor!
Het is donker, dus we lezen wat op onze e-readers of telefoons en iedereen is alweer vroeg in dromenland….of niet (ik grrrr).
Vrijdag 20 januari doen we onder begeleiding van Jerry en Lukumi aan de andere kant van de rivier de ‘korte’ bos-jungle wandeling. We hopen natuurlijk apen te zien maar die laten zich niet zien. Ook de vogels zijn maar moeilijk te spotten. Ze zijn goed verborgen tussen
dat overdadig gebladerte en hoog in de bomen. Maar Jerry weet heel veel over torretjes, kevertjes, spinnen te vertellen. En vooral veel over planten en bomen. We proeven het gruwelijke bitter van de kinine-boom (tegen malaria), ruiken de bijzondere planten en kruiden die ter plekke in de keuken gebruikt worden. Horen de draagwijdte van het geluid van het slaan op de ‘telefoon-boom’ (bugu bugu). De asbak-boom waar handige potten dus ook een asbak van de zaaddozen gemaakt kan worden, Ook laat hij ons zien hoe het riet gevouwen wordt voor de dakbedekking die zo een tiental jaren ‘houdt’ (moemboe vlechten).
We vinden de wenteltrap plant waar je energie van krijgt als je er thee van trekt. We fotograferen de prachtige rode bloem van de papagaaitong en nog veel meer….
Gewapend met kapmessen gaan Jerry en Lukumi ons voor. Rechts rijstveldje naast het vliegveld.
Papagaaitong links, grote kever rechts.
De telefoonboom en Jerry vlecht moemboe.
Handig als paraplu. Rechts wenteltrap voor energie.
Apenborstel en ratten-staartje.
De pop van de enorme zang-cicade die zo hard zingt dat je er oorpijn van krijgt!
Zacht lopen en heel zacht praten in de hoop dat we mooie vogels of apen kunnen zien. Helaas!
Na een uurtje keren we om. Ook op de terugweg geen apen. Ik kan me goed voorstellen dat ze niet bij het pad blijven zitten. Ze zijn ook niet gek; ze worden hier bejaagd om hun vlees. Dan blijf je toch niet zitten tot je uit de bomen wordt geknald?
We zijn op tijd terug voor alweer een heerlijke lunch.
Later in de middag vervoegen de dames zich richting keuken en leren daar pindasoep met gekookte kip en rijst maken. Herbert fungeert als fotograaf. Het houtbewerken gaat helaas niet door.
Grappig om daarna het eten zelf op te mogen dienen en te eten! Het is alweer zo’n heerlijke zwoele avond. We hebben geluk met het weer. Af en toe wel een hele stevige regenbui maar de meeste regen valt ‘s nachts en de temperatuur is echt aangenaam; niet eens zo erg heet. De familie Dinge vindt het nu ronduit koud! Hahahahaaa!
’s Avonds pakken we in. Alles moet klaar staan want we vertrekken morgenochtend om half 6 om de korjaal van 7 uur te halen naar Atjoni.
Zaterdag 21 januari. De nacht is een lawaaiige….het is party-night dus veel jongeren vertrekken met korjaal naar het verderop liggende dorp waar een bar-dancing is. Bovendien heeft een debiele kikker besloten ons de nacht te vergallen door te blijven kwaken. Hij krijgt steeds de echo van zichzelf terug van de overkant van de rivier. Aaaaa succes….denkt de goochemerd… en kwaakt nog maar eens naar zichzelf. Net een half uurtje voor we moeten opstaan houdt ie eindelijk zijn kwak maar dan gaat de wekker onverbiddelijk. Grrrrr!
Binnen een uurtje zitten we in het stikdonker in de korjaal. Frans, Lukumi en Jerry aan de buitenboordmotor, gaan mee. We nemen hartelijk afscheid van de twee vrouwen van Frans met de belofte wol, pennen en breiboeken te sturen. Dag lieve mensen, dag mooi dorp, dag Kosinda…we hebben het enorm naar ons zin gehad.
We varen eerst naar de Gran Dam waar we aankomen terwijl het langzaam licht wordt.
We mogen daar een broodje eten en krijgen koffie. Wat een verwennerij weer…alles is zo perfect geregeld voor ons.
Dan moeten we even klauteren en waden naar de andere kant van de natuurlijke dam waar de tweede korjaal ligt van Kosindo. Dan gaat het even flink mis. Ans stapt een beetje mis in een schuin wat dieper gedeelte en verliest haar evenwicht. Met rugzak op valt ze in het water. Rugzak en kleren natuurlijk nat, flink wat schaafwondjes en een pijnlijke heup en een gekneusde ziel! Wel redden we gauw de e-reader en de mobiele telefoon. Snel zoveel mogelijk drogen…ze lijken het overleefd te hebben!
We stappen in de tweede korjaal en daar gaat het weer verder naar een dorp waar we om 7 uur afscheid nemen van de familie Dinge.
En verder gaan we, met een andere korjaal met een 75 pk motor erachter. We vliegen met een rotgang over de rivier. Onderweg passeren we de stroomversnelling Tapawatra…reuze spannend. De korjaal is veel groter en hoger en we blijven verder droog. Onderweg drogen we wat kleding van Ans. Wapperend in de harde tegenwind en het beginnend ochtend-zonnetje en ze heeft weer een droog setje voor als we in Atjoni aankomen.
Na een tocht van zo’n 4 uur zijn we blij dat we van de houten bankjes af kunnen. De korjaal-stuurman is een beetje een hork; hij helpt ons niet met uitstappen en is meer bezig passagiers te regelen voor de terugweg naar zijn dorp. Jammer jongen…je loopt een mooie fooi mis!
In Atjoni worden we wel een beetje gek aangekeken, vooral door de kinderen. Een jongentje posteert zich pontificaal voor Doenja en staart haar zo’n kwartiertje aan…je ziet hem denken…kan dat ZO wit?
Na een tijdje komt een familielid van Frans, ook een Frans ons oppikken met zijn auto en rijden we in een paar uur van Atjoni naar Domburg.
Het was een stevige reis maar we zijn er al om half 2! Top! We zijn super enthousiast over onze trip naar Boven-Suriname! Echt een aanrader voor iedereen die wat meer van het binnenland van Suriname wil zien!
Hiermee sluit ik dit blogdeel weer even af! Veel leesplezier. Ans is ondertussen weer geland in Amsterdam waar haar vriestemperatuur stond te wachten. Ik mis je nu alweer lief vriendinnetje! Gelukkig hebben we Doenja nog tot 2 februari bij ons! Maar daarover later.
Tot gauw en de groetjes van ons allemaal.