Op maandag 13 april vertrokken we om 14.00 uur, even voorbij half opkomend tij dus tegenstaand voor Zahree, richting het zeegat tussen Terschelling en Vlieland. De stroom tegen namen we op de koop toe om rekenend met een gemiddelde van 5 knopen per uur op een redelijk tijdstip aan te komen in Cuxhaven. Dat wil zeggen: niet helemaal midden in de nacht… Aanvankelijk konden we nog wat voortgang maken onder zeil maar hoe verder we naar buiten kwamen hoe meer de wind vond dat we het zelf maar moesten doen. Jammerrrrr! Hoewel we de wind achter hadden, hielp ons dat geen sikkepit. We rolden van bak- naar stuurboord dat het een lieve lust was, dus trokken we het tuig stevig boven de boot en de DAF mocht het meeste werk doen. Pas om 3 uur ‘s nachts, ik meen boven Borkum, trok de wind aan en kon eindelijk de motor aan. Daarna was het heerlijk zeilen door een stikdonkere nacht met geen enkel maantje. De AIS helpt ons dan geweldig door haarfijn te vertellen waar die tientallen vissersschepen uithangen en welke snelheid en richting ze gaan. Ook deze oversteek verliep het wachtensysteem, drie uur op, drie uur af, prima!
Wij zijn het zwarte bootje. De Lady Christina passeert achterlangs, midden in de nacht, op nog geen mijl afstand…moet kunnen! |
Tankers en enorme vrachtschepen schuiven langs op enkele tientallen meters en het deert ons niet… Okee, behalve dan die ene tanker die op het laatste moment van richting ging veranderen en toch bakboord langs wilde; die joeg me dusdanig de stuipen op het lijf dat ik even de schipper moest roepen ter beoordelings-assistentie. Ik had het weer eens verkeerd gedaan natuurlijk maar…Herbert moest er ook voor uit dromenland komen…logisch dat hij wat chaggie was!
Dinsdag 14 april 2015.
Toen het eenmaal licht was trok de wind steeds verder aan tot windkracht 5 en zelfs 6 waardoor we uiteindelijk vele uren eerder in Cuxhaven waren dan berekend! Een grote bark uit Nederland deed nog een poging om ons in te lopen. Om niet te verliezen deden we gewoon of we nét moesten aftuigen. Hahaha!!!!
Om een uur of 6 in de avond draaiden we de City Marina in en na enig gezoek naar een plek van onze maat, staken we onze boegspriet brutaalweg iets over het vrijboord van een klein scheepje (verlaten…dachten we…) en konden we net terecht aan een drijvende steiger.
Wat een goddelijke rust! De nasi was ‘ready to eat’ gelukkig. We hebben zelfs nog een flinke tippel gemaakt door Cuxhaven. Daarna hadden we niet veel praatjes meer en was het vlot stil aan boord van Zahree.
Woensdag 15 april moesten we natuurlijk bijkomen van de barre overtocht. De eigenaar van de zeilboot waar we onze boegspriet boven geparkeerd hadden, nam het sportief op. We waren Holländers, dus konden een potje breken… Aardige gozer!
We bezochten we de plaatselijke bio-markt en gingen we ‘s avonds op voorspraak van de havenmeester naar een fantastisch Portugees restaurant Ruis in de Mariënstrasse. Aanrader hoor!
Donderdag 16 april gingen de trossen om 8.00 uur los en zeilden we de Elbe verder op met een stevige stroom mee en een lekker windje achter naar de ingang van het Kieler Kanaal, de sluizen bij Brünsbuttel. Flinke jongens schoven links en rechts langs ons heen.
Sommigen moesten door richting Hamburg, anderen net als wij het Kanaal op richting de Oostzee. Als jacht heb je daar een soort wachtplaats en word je met lichtsein en oproep netjes gewaarschuwd wanneer de je sluis in mag varen. We waren het enige jacht op dat moment en al snel aan de beurt.
Daarna is het 100 km. doortuffen naar de Oostzee. ‘s Nachts mag je als jacht niet doorvaren en moet je één van de wijkplaatsen aandoen als je de sluis bij Kiel niet meer haalt.
Wij planden sowieso een stop in het leuke Rendsburg. Niet in de laatste plaats omdat daar een ontmoeting stond met Jürgen en Frauke die we nog kennen van Griekenland, Alonysos. Het is jaren geleden dat we bij hen in Husum op bezoek waren. Zo leuk dat het nu lukt ze weer te zien! Met genua en beide stagfokken bij, motorden we de hele dag en waren om half 7 ‘s avonds bij Rendsburg waar ons bezoek al op de steiger stond te zwaaien en ons hielp met aanleggen. Juist dan ineens een fikse wind natuurlijk en de aanlegmanoeuvre was wel eens beter geweest…
Daarna aan de borrel en genoeg drank. Jürgen en Frauke hadden zoveel Griekse hapjes (en sekt) mee dat er niet meer gekookt hoefde te worden.
Ze bleven natuurlijk slapen en we rolden allemaal om van vadsigheid en moeheid (dronkenschap…kan ook…) tegen 11 in bed.
Vrijdag 17 april togen we Rendsburg in, een lief stadje.
We dronken koffie en namen tijdelijk afscheid van ons bezoek. We spraken af dat ze dinsdag de 21sde weer aan boord zouden komen om 2 dagen met ons mee te varen.
Zaterdag 18 april werd er door de hijsploeg van de Rendsburger Haven al om 8 uur op de Zahree geklopt. Niemand met een krantje en/of een zakje broodjes…nee..we liggen bij de mastenkraan en die heeft de hijsploeg nodig. In een recordtijd hebben we losgegooid en vervolgden onze weg over het Kieler Kanaal. Rond het middaguur waren we bij de sluis en daar lagen toch wel 30 zeilboten die zojuist de sluis aan het invaren waren.
Wat een chaos en een zootje ongeregeld. De sluizen hebben sowieso een verschrikkelijke onhandig drijvend houten ponton op waterniveau waar het niet fijn aanleggen is. Kleinere polyester scheepjes hebben er geen probleem mee om daar als eerste vast te maken…maar wel een probleem natuurlijk dat daar dan grote, zware jachten aan vast moeten knopen. En dat duurde en duurde maar… Plaatsvervangend schaamrood steeg naar onze kaken. Als ik de sluiswachter was geweest hadden ze allemaal linea recta er weer uit kunnen varen. Hebben die mensen niet in de gaten dat de grote scheepvaart aan het werk is? Wij voeren langs vrijwel al dat chaotisch gekrioel en maakten vast aan een schip van onze maat. De schipper daarvan vertelde ons dat men al 4 uur had moeten wachten voor er een sluisopening was voor de pleziervaart. We hadden dus enorme mazzel dat we precies op tijd aankwamen. Met afvaart weer hetzelfde getreuzel. De grote vrachtboten blijven netjes liggen want anders zou het natuurlijk helemaal een slagveld worden…maar wat een getrut zeg! Herbert kon het niet meer aanzien en afwachten en voer er maar langs. Een treuzelaar vond dat ook weer niet ‘comme il faut…’… of we dat ‘immer so machten in Holland?’ Herbert: ‘In Holland was jedermann da schon lange weg!’ Sukkellll, die kerel! Böse kijken joh!!! Hahahaha!!!!
Na de sluis ging het op de motor verder naar Laboe. We vonden een mooie plek in de jachthaven, helemaal buitenop. Voor onze maat blijkt het toch steeds lastig een gewone plek te vinden. De plaatsen zijn niet lang genoeg en er is meestal geen 5 m. tussen de palen.
Op de fietsjes zijn we naar het Marine-Denkmal gefietst en een U-boot bezocht. Zoveel jonge jongens als er omgekomen zijn in die afschuwelijke 1e en 2e wereldoorlog! De gemiddelde leeftijd was 21 jaar. Jongens die praktisch allemaal een wisse dood tegemoet gingen. De gedenktoren is nu een gedenkplaats voor alle omgekomen marinemensen over de gehele wereld. Zeer indrukwekkend.
‘s Avonds troffen we eindelijk de havenmeester die ons snel van 2 dagen havengeld afhielp maar ons ook de zeer gewilde wificode verstrekte en we konden gezellig in een strandstoel met kids en vrienden appen. En genieten van een prachtig avondrood.
Zondag 19 april was een klus dag aan boord van Zahree, nog steeds in een zonovergoten Laboe. Roestplekken kaal halen en in de grondverf zetten en Herbert maakte ook nog een begin met de lelijke plekken op de voorste mast. Daarna fietsten we naar het zoutwaterbad waar we mochten douchen omdat het haven sanitair in revisie was.
’s Avonds na het eten haalden we een giga-ijs in downtown Laboe. Mmmmmmm!!! Daarna nogmaals genieten van een mooie zonsondergang.
Maandag 20 april zeilden we met maar weinig wind naar de oostzijde van Fehmarn, een eiland dat met een brug verbonden is aan het vasteland. Die is 22 m. hoog en precies zo hoog is onze langste mast… mwah…maar niet proberen of dat net kan! Er zijn daar schietoefeningen van de Duitse marine voor de kust en je wordt geacht er niet doorheen te zeilen; men schiet met scherp. Omdat wij toch buitenom Fehmarn moeten, maakt het voor ons niets uit. Schepen die wel onder de brug door kunnen, moeten 5 mijl omvaren. De Marine heeft er best wel wat werk aan iedereen via de radio te waarschuwen buiten het gebied te blijven. Opvallend hoe vriendelijk dat gedaan wordt! Men wordt alleen vriendelijk verzocht etc. Sommigen reageren niet; hebben misschien ook geen marifoon en dan moet er een schip naar toe. Ook dan blijft men allervriendelijkst. Niemand krijgt een schot voor de boeg!
Na een lange zeildag ging pas tegen half 9 ‘s avonds, net voor het donker, het anker erin op een prachte plek. We hebben het idee dat ankeren niet erg gewoon is op de Oostzee. Maar met zo’n rustig weer kan het makkelijk.
Dinsdag 21 april liggen we een beetje te hobbelen op de ankerplek. Dat betekent….wind!!!!
Met wind uit het westen van ruim 20 knopen, twee riffen in het grootzeil getrokken vliegen we met regelmatig 8 knopen naar Travemünde waar we weer met Jürgen en Frauke hebben afgesproken.
Het is weer even speuren naar een mooie plek waar we langszij kunnen. We vinden een goede plek aan de buitenzijde van de visserijhaven. Al snel zijn we aan de sekt om ons weerzien te vieren. Ietwat rozig gaan we dan Travemünde verkennen na betaald te hebben bij havenmeester Hanne, een alleraardigste, behulpzame dame.
We eten ‘s avonds vis in een restaurant. Redelijk…maar niet een knaller van een restaurant.
Woensdag 22 april is het prachtig weer maar geen wind van betekenis dus gaan we me de auto naar Lübeck. Eerst drinken we een glas sekt (is dat een traditie in Duitsland misschien?) en koffie en taart bij vrienden van Jürgen en Frauke, Michael en Lilo. Daarna gaan we met ons zessen naar de prachtige stad Lübeck. Michael blijkt een fantastische gids te zijn. Hij weet alles van de stad en is er ook stevig mee verbonden. Zijn familie heeft er altijd gewoond en heeft alle ellende van de oorlog, de bombardementen, meegemaakt. De meubelmakerij, al lange tijd in bezit van de familie, was ook gebombardeerd.
Tussendoor drinken we bier en wijn en sluiten af met tapas bij Bar Celona aan de Trave met de laatste zon. Jürgen is de enige die nog recht kan lopen. Aaaah zielig….hij moest ook rijden natuurlijk.
We nemen hartelijk afscheid van lieve nieuwe vrienden en rijden terug naar Travemünde. Jürgen lust nu ook wel eens een borrel maar daarna gaat bij iedereen het lichtje vlot uit.
Donderdag 23 april begint een beetje grijs. We gooien los nadat we havengeld en elektra voldaan hebben bij Hanne en sukkelen gedurende een lange zeildag die steeds zonniger en warmer wordt naar de Wohlenberger Wiek waar we tegen de avond voor anker gaan. Het is een prachtige stille namiddag en avond.
Aan de wijn in de na-middagzon in de Wohlenberger Wiek. Jürgens voet doet dienst als tafeltje voor de witte wijn. |
We borrelen in het zonnetje en Jürgen en Frauke koken voor ons een heerlijke maaltijd. Frauke helpt me hard mee de deken die ik brei voor Petra af te krijgen. Is ie morgen af zodat ik hem voor het weekend op de post kan doen in Wismar?
’s Avonds zijn de laatste draadjes afgehecht. Jaaaaa…hij is klaar!!!!
Vrijdag 24 april is de voorspelling dat er wat meer wind is…maar, helaas. Grijs weer in eerste instantie maar later komt het zonnetje door de dunnen bewolking. Qua zeilen stelt het helaas niet veel voor. Met een beetje westenwind schuin achter zeilen we in een paar uurtjes naar Wismar. Na een Italiaanse lunch met rosé van Jürgen en Frauke brengen we hen naar het station en nemen afscheid. Zou goed kunnen dat we hen ergens in de zomer nog treffen. Ze hebben ook een reis door de Baltische staten gepland van de zomer. Dag lieverds…het was super gemütlich mit euch!!!
Net aangekomen in Wismar. |
Daarna fietsen we Wismar door en vinden bij de Marktplatz het postkantoor en sturen de deken op naar Wuppertal. Die zal er maandag of dinsdag wel zijn….als de post niet staakt wat ze geregeld doen, hoorden we…..
Na de pasta salmone door restaurant Hol wandelen we nog wat door Wismar en draai ik een puntje aan dit blogbericht.
Zaterdag 25 april gaan we om 10 uur de haven van Wismar uit nadat Herbert het havengeld goudeerlijk helemaal naar het havenkantoor is gaan brengen en het in een zakje deponeerde. Niemand gezien bij de boot in Wismar. Ook nog stroom aan de kade; perfect! Voor de redelijke prijs van 25 eurietjes. Er staat in eerste instantie maar bitter weinig wind uit het zuid-zuidwesten. Een flauw zonnetje en dan heb je het wel gehad. Er jagen al donkere wolkenflarden op geringe hoogte en een donkergrijze lucht en een steeds lagere temperatuur kondigt regen aan. Met best heel wat wind erbij. Gelukkig hadden we de genua-boom er al uit gehaald omdat we moesten gijpen bij het naderen van de bui. Toch een dikke 6 ineens…maar die hielp ons wel een flink eind op weg richting Warnemünde-Rostock. Het zicht was ineens belabberd en de ijskoude regen ook. Yeaaaaaaagh!!!
Nadat het ergste van de bui was weggetrokken kakte de wind weer in en besloten we de motor maar bij te zetten anders werd het wel erg laat. We willen graag bij daglicht aankomen want het is lastig een plaatsje zoeken voor een boot van onze maat; daar zijn we onderhand wel achter. Langzamerhand wordt het zicht beter en wordt de druilerige regen wat minder en we vinden een prachtige plek in Warnemünde, aan de Alte Strom, net achter een rondvaartboot en voor een ander zeilschip. Blij!!!!! We waren er pas na 20 uur. Na het eten wandelen we door nat Warnemünde waar niet veel aan de hand is…logisch…iedereen zit lekker binnen in de talrijke restaurants en kroegen. Ziet er gezellig uit. Daarna hebben we niet al teveel praatjes meer en kan een ‘welterusten’ er nog net van af!
Zondag 26 april blijkt Warnemünde heel wat weekendgangers te herbergen. Men komt verse vis halen; het is er hartstikke druk. Wij stappen na het ontbijt en de hoognodige douche met onze Bromptonnetjes op de trein naar Rostock. Daar is het op zondag een dooie boel maar de stad is mooi.
De fontein is prachtig.
De fontein in Rostock. |
En de Mariënkirche zie foto’s. Om 12 uur is de astronomische klok een publiekstrekker. Bovenaan gaan de 12 apostelen voor Jezus langs en worden door hem met een wuivend handje gezegend. Dan verdwijnen ze weer door het deurtje. Behalve Judas; hij is van Jezus afgedraaid, krijgt ook geen handje en gaat ook niet door het deurtje. Hij moet buiten blijven staan!
De Mariënkirche met glas-in-lood-raam,enorm orgel en paneel |
De astronomische klok met Jezus en links van hem Judas die niet door het deurtje mag! |
Daarna fietsen we naar de haven en zo langzaam fietsen we weer terug richting Warnemünde.
Rivier de Warnow richting Rostock. |
Halverwege pikken we de trein weer op want zo inspirerend is het landschap daar niet. Bovendien deed mijn achterste alweer zeer. Mijn betere wederhelft vond me evenwel een dweil.
De prachtige vuurtoren met mijn knappe ega ervoor. |
Later in de middag begon het te regenen dus verplaatsen naar binnen was wat ons nog restte. De wind draaide naar het noorden en het werd nu helemaal gemeen koud. We kregen zelfs wat swell (binnenrollende golfslag van zee) in de haven. ‘s Avonds nog een wandeling naar de pier waar 1 uitgaand- en 3 binnenkomende schepen toch makkelijk bleken te kunnen passeren in de smalle geul.
Maandag 27 april begin regenachtig. Blegh…geen weer om te vertrekken. Ook nog wind tegen dus we stellen het vertrek een dagje uit. Als het wat droger is fietsen we langs het strand, doen boodschappen, ik kook vast het een en ander voor de komende dag(en) en Herbert fietst nog een stukje; hij had nog actieve fietsbenen. De zeilpakken krijgen een nieuw waterafstotend laagje en zo nog wat meer klusjes. We hebben bruikbare wifi gevonden bij de toeristeninformatie en daar gaan we zo even heen met mijn pc; misschien doet ie het ‘s avonds daar ook en krijg ik dit blog nog in ‘the cloud’. Morgen gaan we richting Stralsund en moeten zo’n 45 mijl om bij een ankerplek te komen. Of Darsser Ort, een vluchthaven op 25 mijl. Maar daarvan wordt gemeld dat die verder verzand is dus misschien komen we er niet in. We kijken wel hoever we komen. Tot nader lezens….